Operation Manual

NL
Parameters instellen
W006859
Selecteer de lasparameters met de pijltjestoetsen (3) en stel de parameterwaarden in met
regelknop (8). Tijdens het instellen van de parameters toont de display (9) de parameter die wordt
aangepast en de numerieke waarde die eraan wordt toegewezen. Na drie seconden keert de
display terug in de normale stand en toont de huidige lasstroomwaarde.
4. CONFIGURATIEFUNCTIES
Extra functies congureren
Het apparaat heeft extra functies die u kunt selecteren en instellen via de conguratiefunctie. Om
deze te activeren en te deactiveren, drukt u ten minste 5 seconden lang beide pijltjestoetsen (3)
gelijktijdig in.
In de conguratiemodus toont de display de naam van de te wijzigen parameter en de
bijbehorende numerieke waarde. Selecteer de parameter die u wilt wijzigen met de pijltjestoetsen
en verander de parameterwaarde met de regelknop. De volgende parameters en waarden zijn
beschikbaar:
Weergegeven
naam
Parameter-
waarden
Fabrieks-
instelling
Beschrijving
A 1/0 0 Selectie eindstroomniveau, 1 = I min. / 0 = 15%
C 1/0 0 Geforceerde stop tijdens downslope door kort indrukken van de knop,
1 = aan / 0 = uit
d 0/5 0 0 = 4T / 5 = PROTIG TL logic
E 5% – 40% 20% Selectie stroomsterkte starten (% van de lasstroom)
F 1/0 0 Fabrieksinstellingen herstellen *), 1 = herstellen / 0 = niet herstellen
h 0,0 – 2,0 s 0 Minimale instelling voor gasvoorstroomtijd
J 0 – 10 s 1 s Minimale instelling voor gasnastroomtijd
L 5 – 20 s 10 s Maximale instelling voor gasvoorstroomtijd
o 15 – 99 s 30 s Maximale instelling voor gasnastroomtijd
S -3...5 0 Boogdynamiek (boogkracht)
t -9...0 0 Elektrode-ontsteekpuls (-9 = geen puls / 0 = max. puls)
U 1/0 0 Uitschakelen automatische herkenning afstandsbediening.
0 = Automatische herkenning aan, 1 = Automatische herkenning uit.
*) Gebeurt bij het verlaten van de conguratiemodus wanneer de waarde 1 is.
MasterTig LT 250
12