Operation Manual

NL
9. Oververhittingsindicatie
Onder normale werkomstandigheden is de thermische beveiligingsindicatie niet zichtbaar.
Maar als de machine de inschakelduurcyclus overschrijdt, zal het lassen worden onderbroken
en brandt het thermometersymbool op het scherm om te melden dat de machine oververhit
geraakt is. De koelventilatoren van de machine blijven in werking. Als een normale
bedrijfstemperatuur wordt bereikt, zal de machine zich resetten en kan het lassen voortgang
vinden. De thermische beveiligingsindicator zal niet langer zichtbaar zijn.
10. WireLine onderhoudsindicator
Onder normale werkomstandigheden is de WireLine onderhoudsindicator niet zichtbaar. Maar
als het draadmondstuk van het laspistool of de liner vuil wordt en geblokkeerd raakt, of het
aandrijfmechanisme routinematig onderhoud nodig heeft of de frictieplaten in de spoelrem
afstelling of onderhoud vereisen, zal het moersleutel onderhoudssymbool gaan branden
en melden dat onderhoud is vereist. Het lassen wordt niet geblokkeerd als het WireLine
onderhoudssymbool brandt.
5.2 Adaptive bedieningspaneel
DYNAMICS
POWER
U
W006149
CRATER
FILL
SPOT /
CYCLE
GAS
POST GAS
A /
MATERIAL WIRE
Ø
2T / 4T MODE
HOT SPOT
MEMORY
SAVE
1
2
3
4
POST GAS
mm
mm
m
min
A
+
BRAZING
r
CRATER
AUTOMATIC
FILL ON
2T
V
S
1. 2. 3.
4.11. 5.12. 6.13. 14.
7.
15.
16.
8.
9.
10.
Modellen met het adaptive (A) bedieningspaneel bieden de volgende bedieningsfuncties.
1. Lasdynamiekregelaar
2. Regelknop voor de draadaanvoersnelheid (adaptive mode)
3. Regelknop voor voltage of booglengte (adaptive mode)
4. Timertoets voor hechtlassen en cyclisch booglassen
5. Selectie van 2T/4T-pistoolfunctie
6. Keuzeschakelaar voor MANUAL, AUTOMATIC of HOT SPOT functie
7. Parameterdisplay
8. Thermische beveilingsindicatie
9. WireLine onderhoudsindicator
10. Gas nastroom symbool
11. Selectie voor materiaaltype of afbeelding van ampères/draadaanvoersnelheid (adaptive
mode)
12. Selectie voor toevoegdraaddiameter (adaptive mode)
13. Selectie voor beschermgas- of gas nastroom functie (adaptive mode)
14. Selectie van kratervulfunctie (adaptive mode)
15. Selectie voor geheugenfunctie
16. Plaatdikte en lasvormafbeelding
Kempact RA 181A, 251R, 251A, 253R, 253A, 253RMV, 253AMV, 323R, 323A, 323RMV, 323AMV
22