Operation Manual
15
© Kemppi Oy / 1736
NL
2.14 Beschermgas
OPMERKING! Ga voorzichtig om met de gases met beschermgas. Houd rekening met de risico’s
verbonden aan de omgang met en het gebruik van gecomprimeerd gas. Gebruik altijd een
cilindertransportunit en bevestig de gases op een veilige wijze.
Er zijn allerlei leveranciers van kwaliteitsbeschermgassen voor lastoepassingen. Zorg ervoor
dat u het juiste gas selecteert voor uw toepassing. FastMig-producten maken gebruik van
lasprogramma’s voor synergisch lassen en pulslassen. Deze programma’s zijn gemaakt en
aanbevolen voor een speciek beschermgas.
Beschermgas bepaalt de lasprestaties en is een fundamentele component van de algehele
laskwaliteit.
MMT 32
l/min
5
10
15
20
OPMERKING! De stroomsnelheid van het beschermgas uit het laspistool wordt ingesteld aan de
hand van de toepassing, lasverbinding, het gastype en de vorm en afmetingen van het mondstuk.
Voor het lassen moet de stroomsnelheid met een met een Flow op het gasmondstuk gemeten
worden . Normaal ligt deze waarde tussen 10 – 20 liter per minuut bij vele lastoepassingen.
2.14.1 Gases installeren
Bevestig de gases in verticale stand in een speciale houder tegen de wand of op de
transportunit. Sluit de kraan van de gases na het lassen.
Onderdelen van de gasstroomregelaar
5
2
4
7
1
6
3
1. Gaseskraan
2. Stroomregelschroef
3. Bevestigingsmoer
4. Slangaansluiting
5. Moer slangaansluiting
6. Gases drukmeter
7. Debietmeter beschermgas