Operation Manual
FastMig SF 52W, SF 53W
10
NL
2.4 Extra lasfuncties
Activering met de selectieknop voor de MIG-functie (11)
WIRE INCH
GAS TEST
SET
ON
CH
PANEL
SAVE
SET
ch clear
ch remote
MEMORY
SELECT
quick
setup
weld
data
ARC FORCE
DYNAMICS
4T
2T
SETUP
MMA
PEN
MMA
WISE
1-MIG
MIG
POWER
U
SYNERGIC
PROGRAM
A
V
m/min
mm
SF 53W
W004270
/ MINILOG
De selectieknop voor extra MIG-functies kan worden gebruikt om de hotstart-, kratervul- of
WisePenetration-functie (licentie vereist) te activeren. Met meer drukken op de selectieknop
kunnen een of meer van de bovenstaande functies worden geselecteerd. Alleen de
beschikbare extra functies voor de desbetreende methode kunnen worden geselecteerd.
• De HotStart-functie is bedoeld om het aantal aanvankelijke lasfouten terug te brengen
bij het lassen van zeer warmtegeleidende materialen, zoals aluminium. Hotstart
kan worden geselecteerd bij gebruik van synergetisch 1-MIG-lassen en wanneer
de 4T-gebruiksmodus is geselecteerd. In dat geval wordt bij het indrukken van de
startschakelaar van het pistool een vaste gasvoorstroomtijd weergegeven, waarna het
lassen begint op het niveau dat is bepaald door de hotstart-parameter van de SETUP-
modus. Wanneer de pistoolschakelaar wordt losgelaten, keert het pistool terug naar het
normale niveau.
• WisePenetration™ is een lasfunctie voor levering van constant lasvermogen, ongeacht
veranderingen in de uitstekende lengte. Het is een optionele functie die aangeschaft kan
worden in de Kemppi DataStore.
• Kratervulling is bedoeld om het aantal lasdefecten door eindkraters te verminderen.
De kratervulfunctie kan worden geselecteerd bij gebruik van synergetisch 1-MIG-
lassen en wanneer de 4T-gebruiksmodus is geselecteerd. Wanneer de pistoolschakelaar
wordt ingedrukt terwijl het lassen wordt beëindigd, daalt het lasvermogen tot het
eerder geselecteerde kratervulniveau. De kratervulfunctie wordt gestopt door de
pistoolschakelaar los te laten.
OPMERKING! Bij kratervulling moet de beginwaarde van het lasvermogen groter zijn dan de
eindwaarde. Om die reden moeten de instelbereiken voor de begin- en eindwaarde zo nodig
automatisch beperkt worden.
Welding Level
Crater Fill Start Level
Crater Fill Time
Crater Fill End Level
De parameters in verband met deze functies worden ingesteld via de SETUP-functie (zie
‘SETUP-functies’).
Stoppen gebeurt zoals bij de normale 4T-functie.
De waarden van parameters in verband met extra MIG-functies kunnen worden gewijzigd
met de SETUP-functie (zie ‘SETUP’) of met de Quick SETUP-functie. Quick SETUP wordt
geactiveerd door tegelijkertijd knop 1 en 3 in te drukken. Zo kunnen parameters in verband
met aanvullende MIG-functies worden ingesteld.
De parameters worden voor wijziging geselecteerd met de linker potentiometer. De
waarde van de parameter wordt met de rechter potentiometer ingesteld. De waarde wordt
onmiddellijk in het geheugen geregistreerd.