Operation Manual
FastMig SF 52W, SF 53W
8
NL
Selectie van MIG-gebruiksprocedure (10)
4T
2T
SETUP
/ MINILOG
MIG 2T: MIG-lassen met tweetaktprocedure van laspistoolstartschakelaar
1. schakelaar ingedrukt: lassen begint
2. schakelaar losgelaten: lassen stopt
MIG 4T: MIG-lassen met viertaktprocedure van laspistoolstartschakelaar
1. schakelaar ingedrukt: beschermgasstroom begint
2. schakelaar losgelaten: lassen start
3. schakelaar ingedrukt: lassen stopt
4. schakelaar losgelaten: beschermgasstroom stopt
Minilog: Wanneer Minilog is geselecteerd, knippert de 4T/Minilog-led. Minilog is een extra
functie, die afzonderlijk kan worden aangeschaft. (Minilog wordt in de DataStore ook wel
‘Matchlog’ genoemd.)
Zonder Minilog-licentie kiest u met een druk op de knop tussen 2T en 4T.
Setup (10)
WIRE INCH
GAS TEST
SET
ON
CH
PANEL
SAVE
SET
ch clear
ch remote
MEMORY
SELECT
quick
setup
weld
data
ARC FORCE
DYNAMICS
4T
2T
SETUP
MMA
PEN
MMA
WISE
1-MIG
MIG
POWER
U
SYNERGIC
PROGRAM
A
V
m/min
mm
SF 53W
W004270
/ MINILOG
Wanneer de instelling van SETUP-parameters is bevestigd met een lange druk op de SETUP-
knop (10) wordt de instelbare parameter geselecteerd via de linker potentiometer (regelknop)
en wordt de naam van de parameter weergegeven op het linker scherm. De waarde van de
parameter wordt ingesteld via de rechter potentiometer (regelknop) en de waarde wordt
weergegeven op het scherm aan de rechterkant (zie ‘SETUP-functies’).
Synergetisch 1-MIG- of Wise-lassen (9, 11)
SELECT
SYNERGIC
PROGRAM
Bij synergetisch 1-MIG-lassen worden de optimale lasparameters voor de lasdraden en het
gebruikte gas geregistreerd in het apparaat. Het lassen wordt geregeld door het lasvermogen
en de booglengte aan te passen.
Synergetische Wise-processen zijn extra functies, die afzonderlijk kunnen worden
aangeschaft.
Selectie van lasprogramma:
Voordat u begint met lassen moet aan de hand van deze gebruiksaanwijzing een
lasprogramma worden gekozen dat geschikt is voor de lasdraad en het gebruikte gas.
De selectie van het lasprogramma wordt geactiveerd door langer dan één seconde op
de knop Synergic Program te drukken. Wanneer u dat doet, beginnen beide schermen te
knipperen en wordt de materiaalgroep geselecteerd met de linker potentiometer en het
lasprogramma voor de desbetreende materiaalgroep met de rechter potentiometer; zie de
bijgevoegde tabel.
Het geselecteerde programma wordt onmiddellijk in het geheugen geregistreerd. Druk
om terug te keren naar de normale status op de toets AAN/UIT (1) of op de knop Synergic
PROGRAM (9).
Gebruik van een geselecteerd lasprogramma:
Selecteer het relevante lasproces met de 1-MIG-selectieknop (11). Controleer of het
lasprogramma past bij de gebruikte lasdraad en het gebruikte beschermgas. De controle
wordt uitgevoerd door kort op de knop Synergic PROGRAM (9) te drukken, waarna de
schermen de materiaalgroep en het nummer van het lasprogramma weergeven. Raadpleeg
de bovengenoemde tabel voor het draadtype en het gas dat hoort bij het lasprogramma.
Stel het gewenste lasvermogen in via de linker potentiometer (regelknop) en de booglengte
via de rechter potentiometer (regelknop).