Operation Manual
NL
6. ELEMENTAIRE PROBLEEMOPLOSSING
OPMERKING! De opgesomde problemen en de mogelijke oorzaken zijn niet denitief maar
suggereren een aantal geregeld voorkomende, typische situaties die kunnen optreden tijdens de
normale gebruiksomstandigheden van het MIG/MAG-proces.
Probleem Controleer het volgende
Werkt de machine niet? • Controleer of stekker in wandcontactdoos zit.
• Controleer of de netspanning is ingeschakeld
• Controleer de zekering en/of onderbreker
• Controleer of de 0/I-schakelaar van de stroombron op AAN staat
• Controleer of de verbindingskabels en stekkers tussen de stroombron en de draadaanvoerunit
goed zijn bevestigd. Zie het schema in de handleiding
• Controleer of de werkstukkabel is aangesloten
• Controleer of de functiepanelen ingeschakeld zijn – oranje toets linksboven, lang indrukken.
Onzuivere, slechte
laskwaliteit?
• Controleer beschermgastoevoer
• Controleer en stel gasstroom in
• Controleer het gastype voor de toepassing
• Controleer pistool-/elektrodepolariteit Voorbeeld: Fe massieve lasdraad: Werkstukkabel moet
op de – pool worden aangesloten, draadaanvoerunit op de + pool
• Controleer of het juiste lasprogramma is geselecteerd
• Controleer of het juiste geheugenkanaal is geselecteerd
• Controleer stroombron – ontbrekende fase?
Variabele lasprestaties? • Controleer of het aandrijfmechanisme correct is afgesteld
• Controleer of de correcte aandrijfrollen zijn geplaatst
• Controleer of de doorschietspanning van de draadhaspel correct is afgesteld
• Controleer of de draadmantel niet geblokkeerd is. Vervang deze indien nodig
• Controleer of juiste draadmantel geplaatst is voor type/diameter lasdraad.
• Controleer draadmondstuk op maat, type en slijtage
• Controleer of pistool niet oververhit raakt bij toepassing
• Controleer kabelverbindingen en werkstukklem
• Controleer lasparameterinstellingen.
Lasdraad beweegt niet? • Controleer aandrijfmechanisme. Aandrukarmen gesloten? Sluit armen en stel ze af
• Controleer functie van schakelaar laspistool.
• Controleer of de europistoolkraag correct op het euroblok bevestigd is
• Controleer of draadmantel niet geblokkeerd is
• Controleer draadmondstuk op maat, type en slijtage
• Controleer en probeer een ander pistool.
Hoog spettervolume? • Controleer lasparameterwaarden
• Controleer de waarden voor inductie/dynamiek
• Controleer kabelcompensatiewaarde als lange kabels gebruikt worden
• Controleer gastype en -stroom
• Controleer laspolariteit – kabelaansluitingen
• Controleer keuze toevoegmateriaal
• Controleer of het juiste lasprogramma is geselecteerd
• Controleer of het juiste geheugenkanaal is geselecteerd
• Controleer aandrijfmechanisme lasdraad
• Controleer stroombron – 3 fasen beschikbaar?
OPMERKING! Vele van deze controles kunnen door de operator uitgevoerd worden. Bepaalde
controles in verband met de netspanning moeten echter uitgevoerd worden door een bevoegd en
gekwaliceerd elektricien.
27
© Kemppi Oy / 1736