User manual
Stroomlaadstation gebruiken
10 / 20
3 Stroomlaadstation gebruiken
3.1 Stroomlaadstation met contactdoos
Stroomlaadstation (uitvoeringsvoorbeeld)
Basismodel met contactdoos
[A]… status-led
[B]… normbus (varianten mogelijk)
[C]… behuizingsafdekking
Laadcyclus starten
Status-led
► De laadkabel is noch aan het
voertuig, noch aan het
stroomlaadstation
aangesloten.
Het stroomlaadstation moet bedrijfsklaar zijn, de status-led
knippert langzaam om de 3 seconden groen (“bedrijfslaar“).
► Sluit de laadkabel eerst aan
op het stroomlaadstation.
Terwijl er wordt geprobeerd de stekker mechanisch te vergren-
delen, brandt de status-led kort oranje (“wachten op vergrende-
ling“). Na succesvolle vergrendeling knippert de status-led
weer langzaam om de 3 seconden groen.
► Steek de laadkabel nu in het
voertuig.
De status-led brandt permanent groen (“Gereed om te laden”).
Vanaf dit tijdstip kan het opladen van het voertuig worden ge-
start; de status-led knippert dan groen (“laadcyclus”).
Het opladen kan ook in omgekeerde aansluitvolgorde worden gestart.
Laadcyclus beëindigen
De mechanisch vergrendelde stekker niet met geweld uit de contactdoos van het voertuig trekken! De
laadcyclus moet door het aangesloten voertuig worden afgebroken of beëindigd. Details hierover vindt
u in de handleiding van de voertuigfabrikant.
► Haal de laadkabel uit het voertuig (“Wachten op loskoppelen”).
► Haal de laadkabel uit het stroomlaadstation.