User manual

Installatie
39 / 48
4.6.2 Veiligheidscontroles
Voor de eerste inbedrijfstelling dient u eerst te controleren of de beveiligingsmaatregel(en) van de
installatie conform de nationaal geldende voorschriften werken (zie bijv.: ÖVE/ÖNORM E8001-6-
61, DIN VDE 0100-600:2008-06 “Controles,...”)!
Elektrische installaties of apparaten moeten voor de eerste inbedrijfstelling worden gecontroleerd
door de installateur van de installatie resp. het apparaat. Dit geldt ook voor de uitbreiding of wijzi-
ging van bestaande installaties of elektrische apparaten.
Er wordt echter uitdrukkelijk op gewezen, dat alle bepalingen voor de veiligheidsmaatregelen moe-
ten worden gevolgd.
Hierbij moet onder andere op de onderstaande punten worden gelet:
De controles (of de verbindingen van de aarddraad doorlopen; isolatieweerstand, RCD
(aardlekschakelaar) uitschakelstroom, uitschakeltijd; ...) moeten voor het uitgebreide resp.
gewijzigde deel worden uitgevoerd.
De gebruikte meetapparatuur moet voldoen aan de nationale voorschriften!
(bijvoorbeeld: DIN EN 60557 (VDE 0413) “Elektrische veiligheid in laagspanningsnetten tot
AC 1000V en DC 1500V“).
De meetresultaten moeten worden gedocumenteerd. Van de controle moet een
controlerapport worden opgesteld en bewaard.