User manual

7102.2006 TR10A033-A RE
5 BEDIENING VAN DE GARAGEDEURAANDRIJVING
Bedien de garagedeuraandrijving alleen als u het
bewegingsbereik van de deur kunt overzien. Wacht
tot de deur tot stilstand is gekomen voor u zich in het
bewegingsbereik van de deur begeeft! Vergewis u er
voor het inrijden of uitrijden van dat de deur helemaal
geopend is.
OPGELET
Niet met het lichaamsgewicht aan het
trekkoord gaan hangen!
Opmerking
Licht alle personen, die de deurinstallatie gebruiken, in
over de voorgeschreven en veilige bediening van de garage-
deuraandrijving. Demonstreer en test de mechanische ont-
grendeling en de veiligheidsterugloop. Houd daarbij de deur
tijdens de sluiting met beide handen tegen. De aandrijving
moet nu zacht uitschakelen en de veiligheidsterugloop
wordt geactiveerd. Ook moet de deuraandrijving tijdens het
openen zacht uitschakelen en de deurbeweging stoppen.
5.1 Normale bediening
De garagedeuraandrijving werkt bij normale bediening
uitsluitend met impulsbesturing waarbij het onbelangrijk
is of een externe schakelaar, een geprogrammeerde
handzendertoets of een transparante schakelaar
bediend wordt:
1
e
impuls: De deur loopt in de richting van de
eindpositie.
2
e
impuls De deur stopt.
3
e
impuls De deur loopt in tegengestelde richting.
4
e
impuls De deur stopt.
5
e
impuls De deur loopt in de richting van de gekozen
eindpositie bij de 1e impuls
enz.
De aandrijvingsverlichting brandt tijdens de deurbeweging
en dooft automatisch na beëindiging hiervan.
5.2 Stroomuitvaloverbrugging met noodaccu*
Om bij een stroomuitval de deur te kunnen bedienen is
een optioneel noodaccu aansluitbaar (zie afbeelding 21).
De omschakeling op accu-bediening bij stroomuitval
gebeurt automatisch. Gedurende de accu-bediening blijft
de aandrijvingsverlichting uitgeschakeld.
Opmerking
Alleen de daarvoor voorziene noodaccu met geïntegreerde
oplading mag hiervoor worden gebruikt.
5.3 Gebruik na bediening van de mechanische
ontgrendeling
Indien de mechanische ontgrendeling wegens een
stroomuitval werd geactiveerd, dan dient voor een
normale bediening de geleidingsslede weer in het
riemslot te worden aangekoppeld:
De aandrijving bedienen tot het riemslot in de
geleidingsrail voor de geleidingsslede goed
bereikbaar is en de aandrijving stoppen.
De groene knop aan de geleidingsslede indrukken
(zie afbeelding 6).
De deur met de hand bewegen tot de geleidingsslede
weer in het riemslot aangekoppeld is
Door meerdere ononderbroken deurbewegingen
controleren of de deur haar gesloten positie
volledig bereikt en of de deur helemaal opengaat
(de geleidingsslede blijft kort voor de eindaanslag
"deur open" staan).
De aandrijving is nu weer klaar voor normale
bediening.
Opmerking
De functie van de mechanische ontgrendeling dient
maandelijks te worden gecontroleerd. Het trekkoord mag
alleen bij gesloten deur worden bediend, anders bestaat
het gevaar dat de deur bij zwakke, gebroken of defecte
veren of door een gebrekkige gewichtsuitbalancering te
snel dichtloopt.
OPGELET
Niet met het lichaamsgewicht aan het
trekkoord gaan hangen!
6 VERVANGING VAN DE LAMP
Bij het vervangen van de lamp dient deze koud te zijn
en de deur moet gesloten zijn.
Stekker uittrekken
Lamp vervangen 24 V / 10 W B(a) 15 s
(zie afbeelding 22)
Stekker insteken
De aandrijvingsverlichting knippert vier maal
7 MELDINGEN VAN DE AANDRIJVINGSVERLICHTING
BIJ NETSPANNING AAN
Indien de stekker wordt ingestoken zonder dat de
transparante schakelaar ingedrukt is (bij afgenomen
aandrijvingsdeksel van printplaatschakelaar T), knippert
de aandrijvingsverlichting twee, drie of vier maal.
Twee maal knipperen
Dit geeft aan dat geen deurgegevens voorhanden zijn of
dat deze gewist zijn (zoals bij de levering). Deze kunnen
onmiddellijk worden aangeleerd.
Drie maal knipperen
Er zijn opgeslagen deurgegevens aanwezig, maar
de laatste deurpositie is niet voldoende bekend. De
volgende beweging is dus een referentiecyclus "open".
Daarna volgen de deurbewegingen normaal.
Vier maal knipperen
Er zijn opgeslagen deurgegevens aanwezig en ook de
laatste deurpositie is voldoende bekend zodat meteen
"normale" deurbewegingen met impulsbesturing
(open-stop-dicht-stop-open enz.) kunnen volgen
(normale functie na het succesvol aanleren en
stroomuitval). Voor zover de deur niet geopend is,
wordt uit veiligheidsoverwegingen na een stroomuitval
bij de eerste impuls altijd een deuropening tot stand
gebracht.
NEDERLANDS
*
Toebehoren zijn niet in de standaard uitrusting inbegrepen!