User manual
Plaats de machine, indien mogelijk, zo dicht mogelijk
bij aansluitingen voor de watertoe- en afvoer.
Watertoevoer
Wij adviseren u koud water te gebruiken.
De slangwartel van de toevoerslang sluit u aan op een
kraan met 3/4" schroefdraad, of op een watertoevoer
met snelaansluiting (press block).
De slang is voorzien van een veiligheidsinrichting om
de waterstroom te stoppen als de interne slang
vanwege slijtage stuk gaat. Het defect wordt door
middel van het naar buiten komen van het rode staafje
in het venster (B) aangegeven.
In dit geval moet u de waterkraan sluiten en de slang
uitwisselen.
Draai de slangwartel (A) stevig vast om waterlekken te
voorkomen.
Opmerking: alleen voor toevoerslangen met een
veiligheidshendel ter voorkoming van losschroeven
➁
.
Wanneer u de toevoerslang wilt losmaken, druk dan
op de geelgekleurde velligheidshendel ter voorkoming
van losschroeven (C) en draai de schijfmoer tegen de
wijzers van de klok in.
De slang mag niet geknikt kunnen raken, om de
waterstroom niet te belemmeren of vertragen.
Zie erop toe dat de waterleidingdruk niet de bij de
technische gegevens vermelde waarde overschrijdt.
De slang mag nimmer geknikt kunnen raken, want dat
zou de waterstroom kunnen belemmeren.
Belangrijk:
De slang mag nooit geknikt kunnen raken, ook niet
tijdens het op z'n plaats schuiven van de machine. De
slang mag niet verlengd worden. U kunt echter wel
een langere, complete en voor dit doel gemaakte
slang kopen.
Waterafvoer
De waterafvoerslang kan op de volgende manieren
gemonteerd worden
1. In een sifon, zorg er dan wel voor dat de slang niet
kan wegglijden.
2. In een afvoerpijp met ventilatie, binnendiameter
min. 4 cm.
De hoogte van de afvoerslang moet tussen 30 cm
(min.) en 100 cm (max.) boven de onderkant van het
toestel liggen. De afvoerslang kan links of rechts van
de afwasmachine gedraaid worden.
Zorg ervoor dat de slang niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld is, dat kan de waterafvoer verstoren.
Als u een verlengslang gebruikt, mag deze niet langer
dan 2 meter zijn en de binnendiameter mag niet
kleiner zijn dan die van de oorspronkelijke
afvoerslang. Ook de binnendiameter van de
koppelingen die u gebruikt voor aansluiting aan de
afvoerpijp mag niet kleiner zijn.
46
PWA10NL
B
A
B
A
C
CA13
1
2
CS13
min 30 cm
max 100 cm
min 4 cm
Ø 21
Ø 18
1 2
CS14
min 30 cm
max 100 cm
+ 2 m max
Ø 18
Ø 21
NEDERLANDS