User manual
7
Elektrische aansluiting
Overtuig u ervan dat de netspanning en de
netfrekwentie, welke op het typeplaatje in de kast
staan aangegeven, overeenkomen met de netspan-
ning en de netfrekwentie in uw woning. Een
afwijking op de netspanning tot plus of minus 6% is
toegestaan. Bij aansluiting op een andere spanning
dient u een geschikte transformator te gebruiken.
De steker mag alleen geplaatst worden in een
geaard stopkontakt. De kast is daarom voorzien van
een speciaal drie-aderig snoer, geschikt voor een
geaard stopkontakt. Mocht het stopkontakt in uw
woning niet geaard zijn, dan dient een erkend
INSTALLATIE
Plaats van opstelling
Plaats het apparaat uit de buurt van
warmtebronnen: centrale verwarming, kachels, felle
zonnestralen enz. Zie voor inbouw de betreffende
aanwijzingen.
installateur het apparaat volgens de geldende
normen te aarden.
Wij wijzen u er op dat schade of letsel,
veroorzaakt door het niet voldoen aan dit
veiligheidsvoorschrift, niet onder de
verantwoordelijkheid van de fabrikant valt.
Dit apparaat voldoet aan de volgende EG-
richtlijnen:
- 87/308 EG-richtlijn van 2.6.87 met betrekking
tot de radio-ontstoring.
- 73/23 EG-richtlijn van 19/02/73 (Laagspanning)
en opeenvolgende wijzingen;
- 89/336 EG-richtlijn van 03/05/89
(Elektromagnetische compatibiliteit) en
opeenvolgende wijzingen.
Belangrijk:Het apparaat moet van het
elektriciteitsnet afgehaald kunnen worden; de
stekker moet dus ook na de installatie bereikbaar
blijven.
STORING
Indien het apparaat niet of niet goed funkioneert,
kontroleer dan:
• of de steker goed in het stopkontakt zit;
• of de elektriciteit soms uitgevallen is;
• of de thermostaatknop op de juiste stand staat;
• en indien er water op de bodem van de koeler
ligt, of het afvoerkanaaltje soms verstopt is (zie
hoofdstuk “Het ontdooien”).
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en
verhelpen,raadpleeg dan de dichtsbijzijnde
servicedienst.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer
van de kast op. Deze gegevens vindt u op het
garantiebewijs of op het typeplaatje dat zich
linksonder aan de binnenzijde van het apparaat
bevindt.
het onderste rek van het koelkastvak onder het
afvoergaatje, haal de dop van de afvoer (zie
figuur);
4. droog na het ontdooien het vriesvak zorgvuldig
en sluit het gaatje weer af met de dop; bewaar de
schraper zodat u hem opnieuw kunt gebruiken;
5. draai de thermostaatknop in de gewenste stand
of steek de steker weer in het stopkontakt.
6. Na twee of drie uur kunt u de diepvriesprodukten
weer terugplaatsen.
Belangrijk:
Gebruik voor het verwijderen van de rijp nooit
metalen voorwerpen; u zou uw koelkast kunnen
beschadigen.
Geen voorwerpen of metodes gebruiken om het
ontdooiproces te versnellen die niet door de
fabrikant zijn aangegeven.
Temperatuurstijging van diepvriesprodukten kan
hun houdbaarheidsduur verkorten.
26
Conexión eléctrica
Antes de enchufar el aparato, asegurarse de que la
tensión y la frecuencia indicadas en la tarjeta
matrícula, correspondan a las de la instalación
doméstica. Se admite una oscilación de 6% sobre la
tensión nominal.
Para el funcionamiento a tensiones distintas, habrá
que utilizar un autotransformador de potencia
adecuada. Asegurarse de que la toma de corriente y
el enchufe sean compatibles entre sí sin tener que
interponer reducciones ladrones o adaptadores
varios. Si fuera necesario, cambiar la toma de la
instalación de la casa con una adapta.
Es indispensable conectar el aparato a una toma
de tierra eficaz.
Para ello el enchufe del cable de alimentación está
dotado de un adecuado contacto. Si la toma de
corriente de la instalación doméstica no estuviera
conectada a tierra, conectar el aparato a una
instalación de tierra, conforme a las leyes en vigor,
consultando para ello con un técnico especializado.
El fabricante declina toda responsabilidad en el
caso que esta norma no sea respetada.
Este aparato es conforme a las siguientes
Directivas Comunitarias:
- 87/308 CEE del 2/6/87 relativa a la supresión de
interferencias radio.
- 73/23 CEE 19/02/73 (Baja tensión) y
modificaciones sucesivas;
- 89/336 CEE 03/05/89 (Compatibilidad
electromagnética) y modificaciones sucesivas.
INSTALACIÓN
Colocación
Situar el aparato lejos de fuentes de calor, como:
radiadores, estufas, exposición directa a los rayos
del sol, etc.
Se debe poder desenchufar el aparato; por lo tanto
una vez efectuada la instalación es necesario que el
enchufe no quede escondido
COMO ACTUAR SI ELAPARATO NO FUNCIONA
Si el aparato presentase anomalías será oportuno
controlar:
• Que esté bien enchufado y que el interruptor de
la instalación eléctrica esté conectado.
• Que no haya un corte de energía eléctrica.
• Que el mando del termostato se encuentre en su
posición correcta.
• Si el compresor funciona sin interrupción,
verificar que el termostato no se encuentre en
una posición
• Además si el aparato hace demasiado ruido
verificar que los costados no estén en contacto
con muebles que pueden causar ruidos o
vibraciones y que la unidad refrigerante no vibre.
• Si se ven restos de agua en el fondo del
refrigerador comprobar que el orificio de
desagüe de la escarcha derretida no esté
obturado (ver cápitulo Desescarche).
Después de hacer las verificaciones anteriores, si la
anomalía persiste, llame al Centro de Asistencia
Técnica más cercano.
Es importante en el momento de llamar
proporcionar la referencia del modelo y el
número de matrícula del aparato indicados en el
certificado de garantía o en la tarjeta matrícula.
Instrucciones para la instalación
Piezas de montaje










