Operation Manual
22
Nederlands
Voor het verwijderen van de cassette, drukt u op
0 van het toestel.
De en indicators voor cassettebediening doven.
Door een druk op 0 (uitwerpen cassette) wordt het toestel tevens
ingeschakeld.
Druk tijdens cassetteweergave NIET op 0.
Afspelen van beide kanten—Bandomkeerfunctie
U kunt kiezen of u slechts één kant of beide kanten van de
cassette éénmaal wilt afspelen of beide kanten doorlopend
wilt weergeven.
Druk op REV.MODE (bandomkeerfunctie).
• Door iedere druk op de toets verandert de
bandomkeerfunctie als volgt:
: Weergave van slechts één kant (voorkant of
achterkant).
:Eénmalige weergave van de voor- en achterkant.
: Doorlopende weergave van zowel de voor- als
achterkant.
• Het gebruik van C-120 of langere cassettes
wordt niet aanbevolen. De kwaliteit van dit soort
cassettes verslechtert namelijk snel en daarbij
kan de band gemakkelijk in het mechanisme bij
de aandrukrollers en capstans verstrikt raken.
• U kunt tevens type II en IV cassettes afspelen;
de geluidskwaliteit (tonen) is echter niet optimaal
met dit soort cassettes.
Voorkomen van het uitwerpen van een cassette
U kunt voorkomen dat een cassette bijvoorbeeld per ongeluk
wordt uitgeworpen door de cassette in de houder te
vergrendelen—Cassettevergrendeling.
U kunt de cassette vergrendelen en ontgrendelen wanneer het
toestel zowel is ingeschakeld als standby staat.
ALLEEN met het toestel:
Houd 7 ingedrukt terwijl u op
drukt om te voorkomen dat een
cassette kan worden uitgeworpen.
“LOCKED” verschijnt even op het
display en de geplaatste cassette is nu vergrendeld.
• Indien discs zijn geplaatst, worden deze tevens vergrendeld.
(Zie bladzijde 21.)
“LOCKED” verschijnt ter informatie weer wanneer u
probeert een vergrendelde cassette uit te werpen.
Voor het annuleren van de vergrendeling zodat een
cassette kan worden verwijderd, herhaalt u de hierboven
beschreven procedure.
“UNLOCKED” verschijnt even op het display en de geplaatste
cassette is nu ontgrendeld en kan worden verwijderd.
Weergave van een cassette
U kunt type I cassettes afspelen.
1
Plaats een cassette in de cassettehouder met
de kant waar de band blootligt naar links
gericht.
• De en indicators voor cassettebediening verschijnen
op het display wanneer het toestel is ingeschakeld.
2
Druk op 2 3 TAPE.
De weergave start (indien het toestel standby
staat geschakeld, wordt het toestel nu
automatisch ingeschakeld).
Voor het veranderen van de bandtransportrichting,
drukt u op 2 3 TAPE.
• Door iedere druk op de toets verandert de
bandtransportrichting als volgt:
: Weergave van de voorkant.
: Weergave van de andere kant.
Wanneer het eind van een cassettekant wordt bereikt, zal
het cassettedeck automatisch stoppen indien de
bandomkeerfunctie op of is gesteld. (Zie
“Afspelen van beide kanten—Bandomkeerfunctie” hier
rechts.)
Voor het stoppen van de weergave, drukt u op 7.
Voor het snel door- of terugspoelen van
de cassette, drukt u op 4 of ¢ (of
¢ UP of 4 DOWN van het toestel).
• Indien de bandtransportrichting is
¢ (¢ UP): Snel doorspoelen van de
cassette.
4 (4 DOWN): Terugspoelen van de cassette.
• Indien de bandtransportrichting is
4 (4 DOWN): Snel doorspoelen van de cassette.
¢ (¢ UP): Terugspoelen van de cassette.
De indicator voor de bandtransportrichting (3 of 2) knippert
snel op het display.
Indicators voor bandtransportrichting en
bandomkeerfunctie
Bandtransportrichting
Afspelen van cassettes
TAPE
1
2
3
4
5
2
3
TAPE
TAPE
REV.
MODE
NL22_22UX_B70[E]f.p65 4/10/03, 4:38 PM22