Operation Manual
26 NEDERLANDS
Kiezen van een vastgelegde geluidsfunctie
U kunt een voor het muziekgenre passende
vastgelegde geluidsfunctie kiezen.
FLAT
=
NATURAL
=
DYNAMIC
=
VOCAL
=
BASS
=
USER
=
(terug naar het begin)
Tijdens weergave kunt u de tonen van de
gekozen geluidsfunctie instellen.
1
2
]
Kies de toon (Bass / Middle / Treble).
3
]
Stel het niveau (–6 t/m +6) voor de
gekozen toon in.
De geluidsfunctie wordt automatisch
onder
“
USER” vastgelegd.
Toon Geluidselement
Bass Frequentie: 50 Hz, 100 Hz, 200 Hz
Niveau: –6 t/m +6
Q: Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
Middle Frequentie: 0.5 kHz, 1.0 kHz, 2.0 kHz
Niveau: –6 t/m +6
Q: Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
Treble Frequentie: 5.0 kHz, 10.0 kHz, 15.0 kHz
Niveau: –6 t/m +6
Q: Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
Vastleggen van uw eigen
geluidsfunctie
U kunt uw instellingen in het geheugen
vastleggen.
1
2
]
<PRO EQ>
]
<Bass / Middle /
Treble>
3
Stel de geluidselementen van de
gekozen toon in. ( linkertabel)
1
Druk op
4
/
¢
om de
frequentie in te stellen.
2
Druk op
5
/
∞
om het niveau in te
stellen.
3
Verdraai de regelschijf om de
Q-helling in te stellen.
4
Druk op de regelschijf om de
instelling op te slaan.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het
instellen van de andere tonen.
5
]
Verlaten van het menu.
De gemaakte instellingen wordt
automatisch onder
“
USER” vastgelegd.
De huidige geluidsfunctie verandert
automatisch naar
“
USER”.
[Houd ingedrukt]
[Houd ingedrukt]
of
NL20-27_KD-R811[E]1.indd 26NL20-27_KD-R811[E]1.indd 26 1/26/10 9:36:40 AM1/26/10 9:36:40 AM