Operation Manual

125
Gebruik van het navigatiesysteem
Bestemmingsinvoer via coördinaten
Als de geografische coördinaten (breed-
te en lengte) van een bestemming be-
kend zijn, kunt u deze invoeren en de
navigatie naar dit punt starten.
X Selecteer met de rechter draaiknop
COÖRDINATEN en bevestig dit door
op de knop te drukken.
X Voer met de rechter draaiknop de
breedtegraad van de bestemming in.
Intoetsen in graden, minuten, secon-
den en windrichting, bijv.
11°38'34"N .
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
X Voer met de rechter draaiknop de
lengtegraad van de bestemming in.
X U bevestigt de ingevoerde gegevens
door langer dan 2 seconden op de
rechter draaiknop te drukken.
of
X Kies het haakje en druk de rechter
draaiknop kort in.
Het navigatiesysteem vraagt nu om de
invoer van een naam voor de ingetoetste
coördinaten.
X Knop een naam in zoals beschreven
onder “Bestemming in het bestem-
mingsgeheugen opslaan” op
pagina 128.
Het routemenu wordt nu geopend.
Het navigeren kan nu worden gestart.
Aanwijzing:
Als u langer dan 2 seconden op de rech-
ter draaiknop drukt, zonder van te-
voren een letter te hebben geselecteerd,
verschijnt onmiddellijk de lijst met mo-
gelijke centra.
Aanwijzing:
Als de ingevoerde coördinaten buiten
de digitale kaart liggen, verschijnt er
een melding met deze boodschap. Het
is niet mogelijk om naar een punt buiten
de digitale kaart te navigeren.
NL_KD-NX10.book Page 125 Thursday, June 3, 2004 12:03 PM