Operation Manual

22
EXTERNE APPARATUUR & INSTELLINGEN
NEDERLANDS
Kiezen van een vastgelegde geluidsfunctie
U kunt een voor het muziekgenre passende vastgelegde geluidsfunctie kiezen (iEQ: Intelligente Equalizer).
1
Oproepen van de functiemodus.
2
Kies een vastgelegde geluidsfunctie.
3 Voor het instellen van het volume.
4 Voor het kiezen van geluidsfuncties (iEQ:
Intelligente Equalizer).
5 Voor het kiezen van de bron.
6 Voor Bluetooth mobiele telefoon:
Beantwoorden van gesprekken door kort te
drukken.
Negeren van gesprekken door even ingedrukt te
houden.
7 Druk kort voor het opzoeken van zenders (of
DAB-services).
Houd even ingedrukt voor het opzoeken van
DAB-ensembles.
Houd ingedrukt voor versneld voorwaarts of
achterwaarts van een fragment.
Druk kort voor het veranderen van fragment.
Tijdens het luisteren naar een iPod (met de
menu-keuzefunctie):
Druk kort voor het kiezen van een onderdeel.
(Druk vervolgens op D
om de keuze te
bevestigen.)
Houd ingedrukt om tegelijkertijd 10
onderdelen te verspringen.
Achterwaarts verspringen/voorwaarts
verspringen voor Bluetooth audio.
Vastleggen van uw eigen
geluidsfunctie
U kunt de geluidsfuncties veranderen en de door u
gemaakte instellingen in het geheugen vastleggen.
De door u gemaakte instelling wordt voor de huidige
gekozen geluidsfunctie (iEQ) met inbegrip van
“USER” vastgelegd.
1 Kies een geluidsfunctie.
2 Roep de instelfunctie op.
Deze functie wordt geannuleerd indien u
gedurende ongeveer 5 seconden geen bediening
uitvoert.
3 Kies een toon.
4 Stel de geluidselementen van de gekozen
toon in.
1 Stel de frequentie in.
2 Stel het niveau in.
3 Stel de kwaliteitshelling (Q) in.
NL22-29_KD-BT11[EX]ff.indd 22NL22-29_KD-BT11[EX]ff.indd 22 21/7/08 11:19:02 am21/7/08 11:19:02 am