Operation Manual

NE
40
GEBRUIK VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Stereomicrofoon
Opname van ander geluidsspoor
(audio-dubben)
U kunt het geluid uitsluitend vervangen van een cassette
die met de 12-bits functie is opgenomen (
blz. 32).
OPMERKINGEN:
Audio-dubben is niet mogelijk met cassettes die met de
16-bits audio of de LP functie zijn opgenomen of op een
leeg gedeelte van de cassette.
Maak de vereiste verbindingen voor het dubben van
geluid tijdens weergave op de TV (
blz. 16).
1 Start de weergave van de cassette en zoek het punt
waar u het monteren wilt starten. Druk vervolgens op
PAUSE (6) H.
2 Houd A.DUB (e) S van de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (6) H. 6e O en MIC
zullen verschijnen.
3 Druk op PLAY (
4
) D, en spreek als gewenst in.
Spreek in de microfoon.
Druk op PAUSE (6) H om het dubben te pauseren.
4 Sruk eerst op PAUSE (6) H en vervolgens op
STOP (5) G om het audio-dubben te stoppen.
Om het gedubde geluid te kunnen horen bij de
weergave . . .
..... dient u 12bit MODE op SOUND 2 of MIX te
zetten via het Menuscherm ( blz. 36).
OPMERKINGEN:
Tijdens het audio-dubben wordt geen geluid via de
luidspreker weergegeven.
Bij het monteren van een cassette die met 12-bits is
opgenomen, zal het nieuwe geluidsspoor gescheiden van
het oude geluidsspoor worden opgenomen.
Het geluid wordt mogelijk onderbroken indien u op een
blanco gedeelte opneemt. Controleer dat u uitsluitend
opgenomen gedeelten monteert.
Plaats de microfoon van de camcorder verder van de TV
of verlaag het volume van de TV wanneer u tijdens TV-
weergave een huilend of rondzingend geluid
(feedback) hoort.
Indien u tijdens opname van 12-bits naar 16-bits
overschakelde en later deze cassette voor audio-dubben
gebruikt, zal audio-dubben niet mogelijk zijn vanaf het
gedeelte waar met 16-bits werd opgenomen.
Het audio-dubben zal stoppen wanneer er een gedeelte
op de band wordt bereikt dat met de LP functie of met 16-
bits audio is opgenomen, of waarop geen signalen zijn
opgenomen (
blz. 56).
Om geluid te kunnen monteren met een videorecorder die
is aangesloten op de S/AV aansluiting
&
van de
camcorder, dient u eerst S/AV INPUT via het
Menuscherm op A/V IN of S IN te zetten (
blz. 35).
AUX verschijnt in plaats van MIC.
Invoeg-montage
U kunt een nieuwe scène invoegen op een eerder
opgenomen band, over een deel van de
oorspronkelijke opnamen heen, met een minimum aan
vervorming bij de in- en uitmonteerpunten. De
oorspronkelijke audio blijft hierdoor onaangetast.
OPMERKINGEN:
Voor u de volgende stappen gaat uitvoeren, moet u
controleren of TIME CODE op ON (aan) is gezet via
het Menuscherm (
blz. 35, 36).
Invoeg-montage is niet mogelijk op een band die is
opgenomen met de LP (verlengde speelduur) functie, of
op een blanco deel van een band.
Om een invoeg-montage uit te voeren terwijl u via de
televisie de beelden bekijkt, dient u de vereiste
aansluitingen te maken (
blz. 16).
1 Speel de band af, zoek het uitmonteerpunt (einde)
op en druk op PAUSE (6) H. Controleer de tijdcode
op dit punt ( blz. 35, 36).
2 Druk op REW (
2
) a tot u het inmonteerpunt
(begin) heeft opgezocht en druk op PAUSE (6) H.
3 Houd INSERT (w) A op de afstandsbediening
ingedrukt en druk op PAUSE (6) H. 6w 0 en de
tijdcode (min.:seconden.) verschijnen en de camcorder
gaat in de invoeg-pauzestand.
4 Druk op START/STOP k om de montage te
beginnen.
Controleer het ingevoegde stuk aan de hand van de
bij stap 1 verkregen tijdcode.
Druk op START/STOP k om de montage te
pauzeren. Druk nog eens op deze toets om de
montage te hervatten.
5 Om de invoeg-montage te stoppen, dient u op
START/STOP k te drukken en vervolgens op STOP
(5) 7.
OPMERKINGEN:
Geprogrammeerde belichting met speciale effecten
(
blz. 27) kan worden gebruikt bij invoeg- montage om
de ingevoegde gedeelten wat extras te geven.
Gedurende invoeg-montage zal de datum- en
tijdinformatie gewijzigd worden.
Als u probeert een invoeg-montage uit te voeren op een
blanco stuk van de band, kunnen de audio en video
gestoord worden. U kunt alleen reeds opgenomen
gedeelten van de band monteren.
De invoeg-montage zal stoppen wanneer er een stuk
band bereikt wordt dat met de LP functie is opgenomen,
of dat nog blanco is (
blz. 56).
Als er een geheugenkaart in het toestel zit en NAVIGA-
TION is ingesteld op ON, zal er een NAVIGATION
indexbeeldje worden opgeslagen op de geheugenkaart
(
blz. 21).
Rj
I
s
g
f
U
P
a
O
d
k
l
;
A
S
D
F
G
H
h
K
J
Y
T
04 DX300/100/95/75EG_DU 35-44 2/26/03, 7:09 PM40