Operation Manual

34 NE
Fade/wipe-effecten
Met deze effecten krijgt u een professionele
overgang tussen scènes. Gebruik de effecten
bijvoorbeeld voor een dramatischere overgang
naar de volgende scène of het versoepelen van
de overgangen tussen scènes.
BELANGRIJK:
Sommige overgangseffecten kunnen niet
worden gebruikt met bepaalde functies van de
Programmabelichting met speciale effecten
(
blz. 36). Als u een onbruikbaar Fade/Wipe-
effect selecteert, zal de indicator knipperen of
uit gaan.
OPMERKINGEN:
U kunt de tijdsduur voor een fade of wipe
verlengen door de START/STOP ingedrukt te
houden.
Indien de spanning wordt uitgeschakeld na
opname van een scène, zal het eindpunt uit het
geheugen worden gewist, waardoor de
combinatie voor beeld wipe en oplossen niet
meer gebruikt kan worden. Wanneer dit gebeurt,
zal de indicator voor beeld wipe/oplossen
knipperen. Let er ook op dat de spanning tevens
automatisch wordt uitgeschakeld als het toestel
langer dan 5 minuten in de opnamestandby-
functie heeft gestaan.
Beeld Wipe/oplossen kan niet worden gebruikt
wanneer de MODE keuzeschijf op staat.
Geen enkel Fade/wipe effect kan worden
gebruikt wanneer de MODE keuzeschijf op
DUAL
staat.
Het geluid van het eind van de laatst
opgenomen scène wordt niet vastgelegd.
Om de gekozen functie uit te schakelen . . .
.... kies OFF (uit) bij stap 4.
OPNAME
Geavanceerde functies voor video en D.S.C. (vervolg)
FADE/WIPE-KEUZE ( , , , , ,
, , , en )
Fade of Wipe werkt wanneer u begint met video-opnemen
of wanneer u stopt met opnemen.
1
Zet de POWER schakelaar op terwijl u de
vergrendeltoets op de schakelaar ingedrukt houdt, zet
vervolgens de MODE keuzeschijf op VIDEO of
en zet tenslotte de bedieningsschakelaar op
. Trek de zoeker helemaal uit of klap de LCD
monitor helemaal open.
2
Druk MENU in. Het Menuscherm verschijnt.
3
Verdraai de MENU en kies . Druk de
keuzeschijf in.
4
Verdraai de MENU, kies de gewenste functie en druk
vervolgens de keuzeschijf in. Hiermee is deze
instelling afgesloten.
Het FADER/WIPE Menu verdwijnt en het effect is
gekozen. De indicator van het gekozen effect
verschijnt.
5
Druk op de START/STOP om de fade-in/out of wipe-
in/out uit te voeren.
KIEZEN VAN BEELD WIPE OF OPLOSSEN
( , , , , , en )
Beeld wipe en oplossen begint bij het starten van de
video-opname.
1
Voer de hierboven beschreven stappen 1 t/m 4 uit.
2
Activeer de opnamestandbyfunctie.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de opnamefunktie
gekozen . . .
.... druk op de START/STOP wanneer de eerste
scène eindigt. Het eindpunt van de scène wordt
in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de
opnamestandbyfunktie gekozen . . .
.... druk op de START/STOP om de opname te
starten en druk nogmaals op deze toets wanneer
de eerste scène eindigt. Het eindpunt van de
scène wordt in het geheugen vastgelegd.
Met beeld wipe/oplossen tijdens de
opnamestandbyfunktie gekozen maar na het
uitvoeren van een beeld wipe/oplossen . . .
.... het punt waar de scène eindigt is reeds in het
geheugen vastgelegd.
3
Wanneer u binnen 5 minuten na het eind van de
voorgaande opname een opname van een nieuwe
scène start (zonder de spanning van de camcorder
eerst te hebben uitgeschakeld) zal de voorgaande
scène met een wipe-out worden uitgeregeld en de
nieuwe scène worden getoond.
Vergrendeltoets
MENU keuzeschijf
START/STOP toets
Bedienings-
schakelaar
MODE keuzeschijf
POWER
schakelaar