Operation Manual

OPNAMEFUNCTIES
34 NE
MasterPage: Left
Bij achtergrondlichtcompensatie wordt het
onderwerp snel lichter gemaakt.
Via een eenvoudige bediening kunt u de
achtergrondlichtcompensatiefunctie
inschakelen. Hiermee wordt het donkere
gedeelte van het onderwerp helderder gemaakt
door dit langer te belichten.
1 Zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Druk op BACK LIGHT zodat de indicator voor
achtergrondlichtcompensatie “ ” verschijnt.
Achtergrondlichtcompensatie opheffen
Druk tweemaal op BACK LIGHT, zodat de
indicator “ ” verdwijnt.
OPMERKING:
Als u de achtergrondlicht compenseren gebruikt, is
het mogelijk dat het licht rondom het onderwerp te
fel wordt en het onderwerp zelf te wit.
Door een spotmeetgebied te selecteren is een
nauwkeurige belichtingscompensatie mogelijk.
U kunt op de LCD-scherm/in de zoeker drie
meetgebieden selecteren.
1 Zet de aan/uit-knop op “M”.
2 Druk tweemaal op BACK LIGHT zodat de
aanduiding voor spotbelichtingsregeling “
verschijnt.
Er verschijnt een frame voor het
spotmeetgebied in het midden van de LCD-
monitor/de zoeker.
3 Druk op > of < om het gewenste frame voor
het spotmeetgebied te selecteren.
4 Druk op SET.
De spotbelichtingsregeling is ingeschakeld.
De belichting wordt aangepast om het
geselecteerde gebied zo helder mogelijk te
maken.
Het diafragma blokkeren
Druk na stap 3 op SET en houd deze knop
langer dan 2 seconden ingedrukt. De indicator
” verschijnt en het diafragma wordt
geblokkeerd.
Spotbelichtingsregeling opheffen
Druk eenmaal op BACK LIGHT, zodat de
indicator “ ” verdwijnt.
OPMERKINGEN:
U kunt de spotbelichtingsregeling niet tegelijkertijd
met de volgende functies gebruiken:
“SQUEEZE” in “WIDE MODE” ( blz. 27)
“STROBE” in “PROGRAM AE” ( blz. 37)
Digitale zoomfunctie ( blz. 18)
Handmatige belichtingsregeling
Het resultaat is niet altijd optimaal, afhankelijk van
de opnamelocatie en -omstandigheden.
Achtergrondlicht compenseren Spotbelichtingsregeling
GR-DF420PAL.book Page 34 Thursday, February 24, 2005 4:45 PM