Operation Manual
Het wachtwoord instellen (DIRECTE MONITORING/
BINNENMONITORING/BUITENMONITORING)
Stelt het wachtwoord vereist voor toegang tot de camera in.
0
Maximaal 8 tekens (alleen letter van het alfabet, getallen en symbolen),
karaktergevoelig.
1
Tik op ”MENU”.
(Gebruik op deze camera)
.
0
Het bovenste menu verschijnt.
2
Tik op het pictogram ”Wi-Fi” (
Q
).
(Gebruik op deze camera)
.
3
Tik op ”DIRECTE MONITORING” (N), ”BINNENMONITORING” (O)
of ”BUITENMONITORING” (M).
(Gebruik op deze camera)
.
4
Tik op ”WACHTWOORD”.
(Gebruik op deze camera)
.
5
Registreer een wachtwoord.
(Gebruik op deze camera)
.
0
Het wachtwoord is standaard ingesteld op ”0000”.
(BINNENMONITORING/BUITENMONITORING)
0
Tik op de toetsen op het aanraakscherm om de tekens in te voeren.
Het teken wijzigt bij elke tik.
Bijvoorbeeld voor ”ABC” voert u ”A” in door eenmaal te tikken, ”B”
door tweemaal te tikken of ”C” door 3 maal te tikken.
0
Tik op ”WISSEN” om een teken te wissen.
0
Tik op ”ANNULEREN” om af te sluiten.
0
Tik op ”A/a/1” om het tekentype te selecteren (hoofdletter, kleine letter
en getal).
0
Tik op E of F om één spatie naar links of rechts te gaan.
6
Tik op ”INSTEL”.
(Gebruik op deze camera)
0
De instellingen worden niet opgeslagen totdat ”INSTEL” wordt
aangetikt.
Wi-Fi gebruiken
108