User manual

Wat te doen als ...
63
Apparaat koelt te sterk.
Temperatuur is te laag
ingesteld.
Tenmperatuurregelaar
tijdelijk op een hogere
stand zetten.
De levensmiddelen zijn
te warm.
Temperatuur is niet juist
ingesteld.
Zie hoofdstuk “Inge-
bruikneming”.
Deur heeft te lang open-
gestaan.
Deur slechts zo lang
open laten als nodig is.
In de laatste 24 uur zijn
grotere hoeveelheden
warme levensmiddelen
opgeslagen.
Temperatuurregelaar
op een koudere stand
zetten.
Het apparaat staat naast
een warmtebron.
Zie hoofdstuk “Opstel-
plaats”.
Binnenverlichting werkt
niet.
Lamp is kapot.
Zie hoofdstuk “Lamp
verwisselen”.
Sterke rijpvorming in
het apparaat, eventueel
ook aan de deuraf-
dichting.
Deurafdichting is lek
(eventueel na het ver-
wisselen van de
deuraanslag).
Op de ondichte plaatsen
de deurafdichting voor-
zichtig met een föhn®
verwarmen (niet heter
dan ca. 50 °C). Tegelij-
kertijd de verwarmde
deurafdichting met de
hand zo in vorm trekken
dat hij weer helemaal
sluit.
Ongewone geluiden.
Apparaat staat niet
recht.
Instelvoetjes bijstellen.
Apparaat komt tegen de
muur of tegen andere
voorwerpen aan.
Apparaat iets wegtrek-
ken.
Een onderdeel, bijv.
een leiding, aan de ach-
terkant van het apparaat
komt tegen een ander
onderdeel van het appa-
raat aan of tegen de
muur.
Dit onderdeel voorzich-
tig wegbuigen.
Storing Mogelijke oorzaken Verhelpen