Installatie- en onderhoudshandleiding ST65E 6 720 801 583 (2011/12) BE 6 720 642 861-00.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen Uitleg van de symbolen Veiligheidsvoorschriften 3 3 3 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 Gegevens betreffende de boiler Gebruik Gebruik volgens de voorschriften Leveringsomvang Uitvoering Bescherming tegen corrosie Aanwijzingen werking Bouw- en aansluitmaten Technische gegevens 4 4 4 4 4 4 4 5 6 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.
Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen 1 Veiligheidsaanwijzingen en toelichting van de symbolen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwingssymbolen Veiligheidsinstructies worden omkaderd en aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek met grijze achtergrond. Bij gevaar door elektriciteit wordt het uitroepteken in de gevarendriehoek vervangen door een bliksemsymbool.
Gegevens betreffende de boiler 2 Gegevens betreffende de boiler 2.1 Gebruik De boilers zijn bedoeld voor aansluiting op een cv-toestel met aansluitmogelijkheid voor een boilertemperatuursensor (NTC). Daarbij mag de maximale boilercapaciteit van de verwarming onderstaande waarden niet overschrijden.
Gegevens betreffende de boiler Bouw- en aansluitmaten 53 314 R SP G 3 /4 G 3 /4 MA WW KW G 3 /4 G 3 /4 SF 130 840 MA 20 > = 300 VSP SF 100 185 230 2.7 440 130 KW/E G 3 /4 VSP G 3 /4 G 3 /4 53 R SP 314 6 720 614 361-01.2ITL 230 24,5 370 WW G 3 /4 Afb.
Gegevens betreffende de boiler 2.
Gegevens betreffende de boiler Continu vermogen tapwater: Meetwaarden van de boilertemperatuurvoeler (NTC) • De aangegeven continue vermogens hebben betrekking op een cv-aanvoertemperatuur van 80 °C, een uitlooptemperatuur van 45 °C en een koudwateraanvoertemperatuur van 10 °C bij maximale boilercapaciteit (boilercapaciteit van de verwarming minstens zo groot als de capaciteit van de verwarmingselementen van de boiler).
Installatie 3 Installatie 3.1 Voorschriften Neem voor de inbouw en het gebruik de geldende voorschriften, richtlijnen en normen in acht: 3.4 Nederland: • AVWI NEN 1006 OPMERKING: Beschadigingen van de emaillaag door overdruk! • En nationale en plaatselijke voorschriften B Voordat de boiler wordt aangesloten, de waterleidingen met het 1,5-voudige van de toegestane bedrijfsdruk, op lekken controleren. België: • De geldende normen van Belgaqua • En nationale en plaatselijke voorschriften 3.
Installatie 3.5.1 Montage naast het cv-toestel B Gaten boren en de beugels monteren, daarbij voldoende afstand voor het cv-toestel inplannen. Bovenkant boiler voorbereiden B Blindkappen op de niet benodigde aansluitingen monteren. X 1 2x Y 2x 6 720 649 806-18.1ITL Afb. 8 6 720 649 806-12.1ITL Afb. 6 1 Blindkappen monteren X Y Beugels monteren 350 mm >1060 mm VOORZICHTIG: gevaar voor lichamelijk letsel door boiler die kan vallen.
Installatie 3.5.2 Montage onder het cv-toestel B Gaten boren en de beugels monteren. Bovenzijde boiler voorbereiden B De dompelbuis 25 mm inkorten en in de koudwateraansluiting van de boiler schuiven. 2. X 25mm 2x Y 1. 1 2x 6 720 649 806-14.1ITL Afb. 10 1 Dompelbuis monteren 6 720 649 806-23.1ITL Afb. 12 Dompelbuis X Y Onderzijde boiler voorbereiden: Beugels monteren 350 mm >1060 mm B Blindkappen op de niet benodigde aansluitingen monteren.
Installatie 3.5.3 Aansluiting aan cv-zijde B Verwarmingselement in meestroombedrijf aansluiten, d.w.z. de aan- en afvoeraansluitingen niet verwisselen. Daardoor wordt een gelijkmatige boilervulling in de bovenkant van de boiler gerealiseerd. B Vulleidingen zo kort mogelijk uitvoeren en goed isoleren. Daardoor worden onnodige drukverliezen en het afkoelen van de boiler door buiscirculatie e.d. voorkomen.
Installatie 3.6 B B Elektrische aansluiting GEVAAR: Gevaar voor stroomschok! WW B Onderbreek de spanningsvoorziening (230 V wisselstroom) naar de verwarmingsinstallatie voordat u de elektrische aansluiting tot stand brengt. Aansluiting op een cv-installatie Een gedetailleerde beschrijving ten aanzien van de elektrische aansluiting is vermeld in de installatiehandleiding van de cv-installatie. SG 15.3 15.2 10 14 R SP 22 21 VSP KW E 15.4 15.1 -of- 6 720 614 356-03.2R Afb.
Inbedrijfname 4 Inbedrijfname 4.1 Uitleg door de installateur aan de gebruiker De installateur legt de gebruiker de werking en het gebruik van de gaswandketel en de boiler uit. B De installateur wijst de gebruiker op het belang van regelmatig onderhoud. De werking en levensduur hangen daarvan af. 4.2.3 Boiler maximale doorstromingshoeveelheid ST65E 10 l/min B Tijdens het opwarmen komt water uit het overdrukveiligheidsventiel. Sluit het overdrukveiligheidsventiel in geen geval af.
Buiten bedrijf stellen 5 Buiten bedrijf stellen 5.1 De boiler buiten bedrijf stellen B De tapwatertemperatuur overeenkomstig de bedieningshandleiding van de cv-installatie tegen de linkeraanslag aan zetten (ca. 10 °C beveiliging tegen bevriezing). 5.2 De cv-installatie bij vorstgevaar buiten bedrijf stellen B De CV-installatie conform de bedieningshandleiding van de CV-installatie buiten bedrijf stellen B Maak de boiler leeg bij kans op vorst en wanneer de boiler buiten gebruik wordt gesteld.
Storingen Montage van een nieuwe veiligheidsanode B Bouw de anode geïsoleerd in. B Breng een elektrische geleidende verbinding van de anode naar de ketel tot stand via de verbindingsleiding. 7.2.2 Aftappen B Voordat de boilertank wordt gereinigd of gerepareerd, moet de verbinding met het stroomnet worden onderbroken en de boiler worden leeggemaakt. B Indien noodzakelijk de verwarmingsspiraal aftappen. Daarbij eventueel de onderste windingen uitblazen. 7.2.
NV SERVICO SA Kontichsesteenweg 60 2630 Aartselaar Tel. 03 887 20 60 Fax 03 877 01 29 www.junkers.be Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.