Operation Manual
Gegevens betreffende het toestel
SUPRAECO W – 6 720 647 801 (2012/04)
10
3.11 Veiligheids-, regel- en beschermingsinrichtingen
3.11.1 Hoge-/lagedrukschakelaar
De drukschakelaar beschermt het koelmiddelcircuit tegen overdruk. Bij
overdruk schakelt de drukschakelaar het toestel uit. De ontstoring ge-
beurt automatisch, zodra de druk in het koelmiddelcircuit wordt gere-
geld.
3.11.2 Veiligheidstemperatuurbegrenzer elektrische weerstand
De veiligheidstemperatuurbegrenzer waarborgt, dat de watertempera-
tuur in de boiler de voorgeschreven grenswaarde niet overschrijdt. Wan-
neer de temperatuur hogere waarden bereikt, dan wordt zowel de
elektrische bijverwarming als de warmtepomp uitgeschakeld. De ont-
storing gebeurt handmatig door een erkend installateur.
3.11.3 Temperatuursensor van de luchtaanzuiging
De temperatuursensor meet de temperatuur van de aangezogen lucht in
de verdamper. Wanneer de gemeten waarde buiten het werkingstempe-
ratuurbereik ligt (lager dan +5 °C en hoger dan 35 °C), dan schakelt de
tapwaterproductie automatisch over van de bedrijfsmodus "Combi
" naar de bedrijfsmodus "Electrical ".
Wanneer het toestel zich in de bedrijfsmodus "warmtepomp " be-
vindt, dan wordt de productie gestopt, tot de gemeten waarde weer bin-
nen het bedrijfstemperatuurbereik ligt (tussen 5 °C en 35 °C).
3.12 Corrosiebestendigheid
De binnenwand van de boiler is van een emaillaag voorzien (dubbele
coating).
Als extra corrosiebescherming is de boiler met een interne magnesiuma-
node uitgevoerd. Deze dient bij onderhoud te worden gecontroleerd en
indien nodig vervangen te worden.
In gebieden met agressief water moeten speciale beschermende maat-
regelen worden genomen (filter enz.) en het onderhoud van de magne-
siumanode moet met kortere tussenpozen worden uitgevoerd.










