Operation Manual

56
Brood en broodjes
Tenzij anders aangegeven, moet de oven voor het bakken van
brood altijd worden voorverwarmd.
Giet nooit water direct in de hete oven.
Tips voor het bakken
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Wijze van
verwarmen
Temperatuur,
°C
Bereidingsduu
r, minuten
Gistbrood, 1,2 kg meel Aluminium bakplaat 2
%
250
200
8
35-45
Zuurdeegbrood, 1,2 kg meel Aluminium bakplaat 2
%
250
200
8
35-45
Broodjes (bijv. roggenbroodjes) Aluminium bakplaat 2
%
200-220 20-30
Klein gebak Toebehoren Hoogte Wijze van
verwarmen
Temperatuur,
°C
Bereidingsduu
r, minuten
Koekjes Aluminium bakplaat 2
%
150-170 15-25
Schuimgebak Aluminium bakplaat 2
%
70-90 120-140
Soesjes Aluminium bakplaat 2
%
200-220 35-45
Bitterkoekjes Aluminium bakplaat 2
%
110-130 30-40
Bladerdeeg Aluminium bakplaat 3
%
200-220 20-30
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is:
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een prikker
in het hoogste punt van de cake. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker kleeft, is
de cake klaar.
De cake zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd u aan de opgegeven omroertijden in het recept.
De cake is in het midden gerezen maar
lager aan de randen.
Vet de rand van de springvorm niet in. Na het bakken maakt u de cake voorzichtig met
een mes los.
De cake wordt te donker aan de boven-
kant.
Schuif hem dieper in de oven, kies een lagere temperatuur en bak de cake wat langer.
De cake is te droog. Prik met een tandenstoker kleine gaatjes in de gare cake. Vervolgens bedruppelt u de
cake met vruchtensap of alcoholische drank. Kies de volgende keer een temperatuur
die10 graden hoger is en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer minder vloeistof en bak iets langer op een lagere temperatuur.
Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met
amandelen of paneermeel en voeg dan pas de vulling toe. Houd u aan de recepten en
baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Kies een iets lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Ook bakpa-
pier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af
dat het op de bakplaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgend keer een diepere bakplaat.
Bij het bakken van gistbroodjes plakken
de delen aan elkaar.
Tussen de broodjes moet een afstand van ongeveer 2 cm worden aangehouden. Zo is
er voldoende plaats en kunnen de broodjes rijzen en gelijkmatig worden gebakken.
Bij het bakken van vochtig gebak komt
er condenswater vrij.
Tijdens het bakken kan er waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De water-
damp kan neerslaan op het bedieningspaneel of op aangrenzend meubilair en als con-
dens neerdruppelen. Dit is normaal.