Operation Manual

6. Opstarten.
1 Na montage,plaats de veiligheidsstop en de hartslagsensor op
de juiste plaats 2 Voor starten, controleer of de stroom
geschikt is en of de band vrij loopt zonder bijgeluiden. 3
Schakel de stroom in en alle gegevens in de vensters zullen nul
aangeven. De band staat stil. Druk op startknop en de band
begint te lopen met een snelheid van 0.8km/h, controleer of
alles normaal verloopt. 4 Druk op ‘fast’ en ‘slow’ om te
controleren of snelheidsinstelling werkt. 5 Druk‘stop’ om te
controleren of stoppen werkt.
7. Opklappen.
Druk op de vaszetklem en laat band gecontroleerd zakken.
8. Bediening.
1. Schakel stroom in: Steek stekker in stopcontact (geaard) plaats veiligheidsknop.
Alle vensters zullen oplichten en nul aangeven. Band is in stopstand.
2. Direct start: Druk start knop en band begint te lopen op de langzame snelheid.
Door drukken op de Fast knop zal de band sneller en door drukken op de slow knop
zal de band langzamer gaan lopen.
3. Program start: Druk de set knop, er zijn 8 programma’s die gekozen kunnen
worden. De eerste drie zijn manueel en de andere vijf (P1-P5) zijn automatische
programma’s. In de eerste twee programma’s is tijd en afstand in te stellen d.m.v.
de slow en fast knoppen als het betreffende venster knippert. Na het indrukken van
de startknop zullen deze data terugtellen en bij bereiken van nul zal een sein
gegeven worden dat doel is bereikt. In het derde programma kan hartslagcontrole
worden