Operation Manual
56
4.7 Gevaar van oververhitting
De haard mag nooit zo gebruikt worden dat 
er oververhitting ontstaat.
Oververhitting treedt op als de haard te veel brandstof bevat 
en/of de luchtopening te ver openstaat zodat er te veel hitte 
wordt ontwikkeld. Een duidelijk teken van oververhitting is dat 
er onderdelen van de haard rood gloeien. Als dat gebeurt, moet 
u de luchtopening direct verkleinen. 
Vraag om professioneel advies als u vermoedt dat er geen goede 
trek in de schoorsteen zit (te veel of te weinig trek). Voor meer 
informatie, zie «4.0 Installatie» (Schoorsteen en kachelpijp).
5.0 Dagelijks gebruik
Geur bij eerste gebruik van de haard
Als de haard voor de eerste keer wordt gebruikt, kan irriterend 
gas vrijkomen dat onaangenaam kan ruiken. Dit gebeurt omdat 
de verf opdroogt. Het gas is niet giftig, maar toch is het beter 
om de ruimte goed te ventileren. Stook het vuur flink op totdat 
alle sporen van gas zijn verdwenen en geen rook of geuren meer 
zijn waar te nemen.
5.1 Bediening 
Brandadvies
NB: Blokken hout die buiten of in een koude ruimte zijn 
opgeslagen moeten 24 uur voor gebruik naar binnen worden 
gehaald zodat ze op kamertemperatuur kunnen komen.
Er zijn verschillende manieren waarop in de kachel gestookt 
kan worden, maar het is belangrijk dat u altijd voorzichtig bent 
met het materiaal dat u in de kachel stopt. Zie het hoofdstuk 
“Houtkwaliteit”.
Houtkwaliteit
Met kwaliteitshout bedoelen we de meest bekende soorten hout 
zoals berk, spar en den.
De blokken moeten goed worden gedroogd zodat er niet meer 
dan 20% vocht in zit.
Om dit te bereiken moet het hout aan het einde van de winter 
worden gehakt. De blokken moeten worden gekloofd en 
dusdanig worden gestapeld dat er voldoende ventilatie is. De 
houtstapel moet worden afgedekt om de blokken tegen regen 
te beschermen. De blokken moeten begin herfst naar binnen 
worden gehaald en worden gestapeld/opgeslagen voor gebruik 
in de komende winter. 
Let er goed op dat u de volgende materialen nooit als brandstof 
voor uw haard gebruikt:
•  Huishoudelijk afval, plastic tassen, enz.
•  Geverfd of geïmpregneerd hout (dat is uiterst giftig).
•  Gelamineerde houten planken.
•  Drijfhout
Deze kunnen schade toebrengen aan het product en zijn ook 
vervuilend.
NB: Gebruik nooit benzine, paraffine, methylalcohol of dergelijke 
vloeistoffen om het vuur aan te steken. Dit kan leiden tot ernstig 
persoonlijk letsel en schade aan het product.
Houtverbruik
Houtverbruik met nominale warmteafgifte: ca. 1,6 kg/u. Een 
andere belangrijke factor voor het juiste brandstofverbruik is 
dat de blokken van het juiste formaat zijn. De blokken moeten 
het volgende formaat hebben:
Aanmaakhout:
Lengte: 23 - 33 cm
Diameter: 2 - 5 cm
Hoeveelheid per vuur: 6 - 8 stuks
Dagelijks gebruik
Brandhout (gehakte blokken):
Lengte: 23 - 33 cm
Diameter: Ongeveer 8 cm
Intervallen voor het aanvullen 
van het hout: ongeveer iedere 45 minuten
Grootte van het vuur: 1,2 kg 
Hoeveelheid per lading: 2 stuks
De nominale warmteafgifte wordt bereikt wanneer de 
ventilatieopening ongeveer 57 % is geopend.
Maximum gebruik
Max. lading hout: 2,9 kg/h, max. 3 stukken, 2,2 kg per vulling.
5.2 De as verwijderen
De Jøtul F 162 / F 163 / F 162 C / F 163 C beschikken over een aslade 
waarmee de as eenvoudig verwijderd kan worden. 
Fig. 8
NEDERLANDS










