Operation Manual
49
afb. 13
A
B
C
4. Open de ontstekingsopening (fi g. 13 - 2) en de luchtklep
(fi g. 13 -1) helemaal totdat het hout goed brandt.
5. Controleer of de naverbranding (secundaire verbranding)
goed op gang komt. Dat is het geval als er gele, fl ikkerende
vlammen voor de gaten onder het schot te zien zijn.
6. Sluit de ontstekingsopening en regel de luchtklep naar wens
af.
7. De aslade moet bij het aansteken van het vuur altijd dicht zijn.
8. Het asrooster moet bij stoken halfopen zijn.
Houtblokken bijvullen
• Stook de kachel regelmatig op, maar gebruik steeds kleine
hoeveelheden hout tegelijk. Als de kachel te vol is, kan de
hitte voor extreme druk in de schoorsteen zorgen.
• Voeg altijd met mate hout bij.
• Vermijd smeulend vuur, omdat dit het meest vervuilend is.
Het vuur is het beste als het goed brandt en de rook uit de
schoorsteen nauwelijks zichtbaar is.
5.3 Gevaar van oververhitting
De kachel mag nooit zo gebruikt
worden dat er oververhitting ontstaat.
Oververhitting treedt op als de kachel te veel hout bevat en/
of de luchtklep te ver openstaat, zodat te veel hitte ontwikkelt.
Een duidelijk teken van oververhitting is dat kachelonderdelen
rood gloeien. In dat geval moet u de luchtopening direct
verkleinen.
Vraag om professioneel advies als u vermoedt dat de
schoorsteen niet naar behoren trekt (te veel of te weinig trek).
(Zie voor meer informatie “Schoorsteen en kachelpijp” onder
4.0 Installatie.)
5.4 As verwijderen
Dit product heeft een aslade waarmee de as eenvoudig kan
worden verwijderd.
afb. 14
A
B
C
• Het product is uitgerust met een asrooster (fi g. 14
- 2). Beweeg de hendel (fi g. 14 - 1) om de as uit de
verbrandingskamer in de aslade te laten vallen (fi g. 14 - 3).
Belangrijk! Leeg de as nooit in een brandbare bak. Nog
lang nadat het vuur uit is kunnen in de as nog gloeiende
sintels zitten.
• Zorg ervoor dat de aslade (fi g. 14 - 3) nooit te vol is en er
geen as meer door het rooster in de aslade kan vallen.
6.0 Service
Waarschuwing! Er mogen geen wijzigingen aan het product
worden uitgevoerd die niet door ons zijn goedgekeurd! Gebruik
uitsluitend originele reserveonderdelen!
6.1 Schot/uitlaatplaten vervangen
afb. 15
B
A
1. Til het schot (fi g. 15 - 1) voorzichtig op.
2. Verwijder de pennen (fi g. 15 - 2).
3. Verwijder het schot.
NEDERLANDS










