Operation Manual

2 - 136
Streepjescodes zijn vastgesteld uit parallelle balken en spaties tussen die balken.
Vooraf gedefinieerde combinaties van balken en spaties stellen specifieke karakters
voor. Er zijn meerdere streepjescodestandaards, die heten in technische taal
“symbologieën”. Readiris ondersteunt alle populaire symbologieën.
Enkel streepjescode die gedrukt werden met een laserprinter of een inkjet
printer hebben voldoende drukkwaliteit. Streepjescodes die gedrukt werden met
een matrixdrukker moet u uitsluiten: ze leveren niet voldoende contrast op en hun
resolutie is meestal beperkt tot 60 dpi! Readiris herkent streepjescodes met een
sterk contrast het makkelijkst; zwarte balken op een witte achtergrond geven de
beste leesresultaten. De meeste types streepjescodes vereisen een “stille zone”
rond de eigenlijke streepjescode. Streepjescodes produceren trouwens nooit
gedeeltelijke resultaten: een afwezig start- of stopkarakter of een verkeerd
controlekarakter leidt altijd tot een leesfout, een nul resultaat!
Teken een streepjescodevenster rond elke streepjescode - de pagina-analyse
detecteert ze immers niet - en voer de herkenning uit. De streepjescodes worden
gelezen en in de tekstuitvoer opgenomen. U kunt ook op een streepjescodevenster
klikken met de rechter muisknop en het bevel "Kopiëren als Data" van het menu
"Context" gebruiken: de streepjescode wordt dan herkend en naar het klembord
gestuurd... (De controlekarakters van sommige streepjescodestandaards worden
geverifieerd maar uit de leesresultaten gefilterd.) Het voorbeeldbestand
BARCODE.TIF illustreert hoe het lezen van streepjescodes werkt.
chapter2.pmd 20/03/2006, 12:06136