Operation Manual
38
Blader bij Bewaakte map 1: Uitvoertekstmap selecteren naar de
uitvoermap; dit moet een andere map dan de beeldmap zijn.
Klik op OK om te bevestigen.
Selecteer de uitvoerformaatinstellingen.
Klik op de betreffende knop om het uitvoerformaat en de bestemming op te
geven.
Selecteer bij Uitvoer - Bewaakte map 1 het uitvoerformaat, de bestemming
en de lay-outopties. Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 8: Opslaan van
documenten en Hoofdstuk 9: Documenten naar de cloud verzenden.
Klik op OK om te bevestigen.
Tip:
o Als u wilt dat Readiris de submappen van een bewaakte map verwerkt, vink dan
Submappen verwerken aan.
Opmerking: Als de functie Submappen verwerken geactiveerd is, dan is het niet
mogelijke een submap van een bestaande bewaakte map te gebruiken als bewaakte map in
een nieuwe Bewaakte map-configuratie.
Voorbeeld: In configuratie 1 vinkt u Submappen verwerken aan en gebruikt u C:\Input
als Bewaakte map. C:\Input heeft een submap genaamd Batch1. In dit geval kan
C:\Input\Batch1 niet gebruikt worden als Bewaakte map in configuratie 2.
o Als u meerdere Bewaakte mappen gebruikt, dan is het nuttig om de functie Tijdstempel
toevoegen aan bestandsnaam te gebruiken.
Zo voorkomt u dat er uitvoerbestanden gemaakt worden met dezelfde naam, die
overschreven zouden worden bij gebruik van dezelfde uitvoerbestemming. Een tijdstempel
ziet er als volgt uit <bestandsnaam>_JJJJMMDDHHMMSS en bevat het jaar, de maand, de
dag, het uur, de minuten en de seconden waarop het aangemaakt is.
Klik als u klaar bent op OK om het bewaken van de Bewaakte map te starten. Of klik op
Configuratie nieuwe bewaakte map om een nieuwe Bewaakte map te configureren.
Tijdens het bewaken zal Readiris elke afbeelding verwerken die in de map aangetroffen wordt.
Tip: Klik op Minimaliseren om Readiris op de achtergrond uit te voeren.