Quick Start Guide

2. Opstarten
27
(*) Een volledige aanpassing van de werkruimten kan alleen door beheerders worden
uitgevoerd. Zie: Softwareopties, Werkruimten.
Selecteer de werkruimte die moet worden gewijzigd.
U kunt de componenten van de gebruikersinterface nu gewoon
openen, verbergen en/of aanpassen (zie: Opstarten,
Gebruikersinterface).
U kunt ook in het vervolgkeuzemenu Beeld bepalen welke
werkbalken op het scherm moeten worden weergegeven, of de
statusbalk en de schuifregelaar moeten worden weergegeven en
hoeveel beelden in de beeldviewer moeten worden weergegeven.
Sla uw aangepaste werkruimte op: selecteer in het menu Beeld
de optie Werkruimten (de huidige werkruimte is geselecteerd in
de lijst met werkruimten) en klik vervolgens op Opslaan.