Operation Manual

De scanner gebruiken 11
Stap 6: de scanner uitschakelen
3. Nadat het scannen is voltooid, blijft de
Status
-
indicator even knipperen om aan te geven dat de
scanner bezig is met het verwerken en opslaan
van het beeld.
Wacht tot de
Status
-indicator stopt met knipperen
voordat u het volgende origineel plaatst.
WAARSCHUWING
:
plaats slechts één vel per keer. Plaats het
volgende origineel pas wanneer het vorige klaar
is. Anders zal de scanner niet normaal werken.
OPMERKING
:
• Verwijder de geheugenkaart of het USB-flashstation (indien aangesloten)
terwijl de indicators knipperen.
• Een volledig opgeladen batterij kan tot 150 scans maken van foto's met het
formaat 4" x 6" op de geheugenkaart. Dit is slechts een testwaarde van de
fabriek als referentie en de werkelijke prestaties van de batterij kunnen
verschillen.
• Deze scanner ondersteunt alleen uitvoerbeelden in JPEG-indeling (.jpg) en
het datum-/tijdkenmerk zal niet worden toegevoegd.
• Hoewel deze scanner FAT16- en FAT32-bestandssystemen ondersteunt, is
het aanbevolen zoveel mogelijk het FAT16-bestandssysteem te gebruiken
omdat de scanner hiermee gegevens sneller kan lezen/schrijven.
• Meer informatie over de manier waarop de scanner de gescande
beeldbestanden een naam geeft en opslaat, vindt u onder
Regels voor de
naamgeving en het opslaan van bestanden
op pagina 16.
• Als de geheugenruimte bijna vol is (minder dan 1MB), knippert de
Status
-
indicator (raadpleeg
Indicators
op pagina 7). Verwijder indien nodig enkele
bestanden, of verplaats de bestanden naar een andere locatie.
Om de scanner uit te schakelen nadat alle
originelen zijn gescand, houdt u de
voedingsknop 1 seconde ingedrukt. De
voedingsindicator knippert en dooft.
U kunt nu de geheugenkaart of het USB-
apparaat veilig verwijderen uit de scanner.
OPMERKING
: koppel de scanner los
van de computer wanneer u deze niet
gebruikt of wanneer de batterij niet wordt
opgeladen.