Operation Manual

Inleiding 7
Indicators
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de lichtpatronen van de
indicators en hun betekenis.
Voeding Status
Het huidige origineel scannen. Wacht tot het proces
voltooid is voordat u een ander origineel scant.
• Wanneer de scanner op een computer is aangesloten: de
batterij is volledig opgeladen en de scanner is gereed
voor gebruik.
• Wanneer de scanner niet is aangesloten: de scanner is
ingeschakeld en klaar voor gebruik.
• De scanner is uitgeschakeld.
• De batterij is volledig opgeladen (wanneer de scanner
is uitgeschakeld en aangesloten op een computer).
• Systeem en geheugenapparaten initialiseren. Wacht tot
het proces voltooid is voordat u de scanner gebruikt.
• Bezig met opslaan van beeldbestand. Wacht tot het
proces voltooid is voordat u een ander origineel scant.
Gegevens lezen van/schrijven naar het scannergeheugen
of opslagapparaten.
• Papierstoring. Raadpleeg pagina 25 om het origineel te
verwijderen.
• Kalibratiefout. Probeer de kalibratie opnieuw uit te
voeren volgens de instructies onder De scanner
kalibreren op pagina 18.
Geheugenkaart vol (vrije ruimte minder dan 1MB),
kaartfout, kaart vergrendeld of bestandssysteem niet
ondersteund. Gebruik een andere kaart, verwijder enkele
bestanden van de kaart, ontgrendel de kaart of formatteer
de kaart opnieuw volgens het FAT16- of FAT32-
bestandssysteem.
Laag batterijvermogen. Laad de batterij zo snel mogelijk
op.
Lichtpatronen en hun functionele betekenis