Operation Manual

Bediening
20
Brightness (Helderheid) en Contrast
Brightness
(Helderheid)
Maakt een beeld lichter of donkerder. Hoe hoger de waarde,
hoe lichter het beeld. Verplaats de schuifregelaar naar rechts
of naar links om de helderheid hoger of lager in te stellen. De
standaardwaarde is 0.
Contrast
Past het bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten in het
beeld aan. Hoe hoger het contrast, hoe meer verschillende
grijstinten. Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links
om het contrast hoger of lager in te stellen. De standaardwaarde
is 0.
Helderheid: -50
Helderheid: 0
(normaal)
Helderheid: +50
Contrast: -50
Contrast: 0
(normaal)
Contrast: +50
Als de waarde bij Highlight (Licht) en Shadow (Schaduw) gewijzigd
wordt, dan wijzigt het beeld overeenkomstig.
Licht: 255/Schaduw: 0 (normaal)
Licht: 210/Schaduw: 10
Licht: 200/Schaduw: 0
Licht: 255/Schaduw: 50