Operating Instructions and Installation Instructions

258869
CV/ZH Super
NEDERLANDS nl-10
- Een boilerstoel*, Inventum type CDS, bij
vloeropstelling.
- Buisisolatiemateriaal om de warmwater-
leiding te isoleren.
- Een ontluchtingsset **, Inventum type CDO,
(knel Ø 22 x knel Ø 22 bij 30 kW warmtewis-
selaar of knel Ø 28 x knel Ø 28 bij 40 kW).
- Driewegklep*, Inventum type CDE, 24 V
motor en veerteruggang, 3/4" aansluiting.
- Boilerregeling*, Inventum type CDC (Cenvax BC
130 met voeler). Voor CV-ketels die niet zijn
voorzien van een ingebouwde boilerregeling
met elektrische aansluitingen voor motordrie-
wegklep en boilertemperatuurregelaar.
- Thermostaatset, Inventum type CDT (ingebouwd).
* Te bestellen bij Inventum bv
** Los meegeleverd
10 Installatie
10.1 Montage boiler
Bevestig met drie bouten de ophangbeu-
gel op de vooraf bepaalde plaats.
Verdraai de kunststof schijven zodat de
muurbeugel horizontaal en verticaal
wordt gesteld.
Draai de stelschroeven in de steunbeugel.
Hang de boiler aan de muurbeugel.
Stel m.b.v. de stelschroeven de boiler verticaal.
10.2 Aansluitingen waterleiding (zie ook fig.2)
Gebruik bij de montage van wartels
en knelkoppelingen altijd 2 steek
sleutels om buiging en wringing op de
leidingen en appendages te voorkomen.
Spoel eerst alle leidingen die op de boiler
worden aangesloten goed door (vooral
belangrijk bij nieuwbouwwoningen).
Sluit de hoofdkraan van de waterleiding.
Monteer de inlaatcombinatie op de
koudwateraansluiting van de boiler
Sluit de stopkraan van de inlaatcombinatie.
Monteer een reduceerventiel stroomop
waarts van de inlaatcombinatie als de
waterleidingdruk hoger is dan de sluitdruk
van de inlaatcombinatie.
Verbind de koudwaterleiding met de inlaat-
combinatie of het reduceerventiel en de
warmwaterleiding met de warmwateraanslui-
ting onderaan de boiler. Gebruik hiervoor de
bijgeleverde knelringen met wartelmoeren
10.3 Aansluiting afvoerleiding
Monteer direct na de ontlastklep een
open trechter in de afvoerleiding.
Monteer een sifon op de afvoerleiding
indien deze direct op het riool wordt
aangesloten.
9 Installatievoorbereiding
9.1 Plaatselijke installatievoorschriften
Bij het installeren van de boiler dient u de ter
plaatse geldende installatievoorschriften van o.m.
elektriciteits- en waterleidingbedrijf in acht te nemen.
9.2 Installatievoorwaarden
Bepaal aan de hand van de afmetingen van
het toestel (fig. 3), de CV-ketel en het meest
gebruikte tappunt de plaats waar de boiler
opgesteld gaat worden. Houd daarbij reke-
ning met de volgende punten:
- Boiler, inlaatcombinatie, water- en afvoerlei-
dingen bevinden zich in een vorstvrije ruimte.
- De wand of de vloer is vlak en kan het
gewicht van de boiler met inhoud dragen.
- Rond het toestel is voldoende ruimte
voor service en onderhoud.
- CV-installatie volgens fig. 2.1 (met
Cenvax boilerregeling) of volgens fig. 2.2
(met ingebouwde boilerregeling.
- Korte verbindingsleidingen naar het
meest gebruikte warmwater tappunt (=
minimale afkoel- en waterverliezen).
- De interne bedrading van de CV-ketel
mag niet gewijzigd worden.
- De motordriewegklep mag in alle stan-
den gemonteerd worden behalve met de
motor naar beneden.
- Bij de vermelde boilerregeling is de
motordriewegklep zonder elektrische
bekrachtiging in de CV-stand geopend.
9.3 Aansluitvoorwaarden
- Waterleidingen zijn aanwezig of kunnen
worden aangelegd.
- Tussen de inlaatcombinatie en de boiler mag
nooit een afsluiter worden geplaatst.
- Een vorstvrije afvoerleiding is aanwezig
of kan worden aangelegd.
- Direct na de ontlastklep wordt een open
trechter in de afvoerleiding opgenomen.
- Het expansiewater uit de ontlastklep wordt via
de afvoerleiding onder gelijkmatig afschot
naar bad, gootsteen of riool afgevoerd.
9.4 Te gebruiken toebehoren ;
- Voor de wand geschikte bevestigings
materialen: drie keilbouten (M10) of
houtdraadbouten (10 x 60 mm).
- Een inlaatcombinatie* met ontlastklep waarvan
de openingsdruk gelijk of lager moet zijn dan
de werkdruk van de boiler en tenminste 100 kPa
(1 bar) hoger dan de waterleidingdruk.
- Een reduceerventiel* indien de waterleiding-
druk hoger is dan de sluitdruk van de ontlastklep.
- Een sifon indien de afvoerleiding rechtstreeks
op het riool wordt aangesloten.