Operation Manual
Table Of Contents
- Inleiding
- De projector positioneren
- Een computerbron aansluiten
- Een beeld weergeven
- Het beeld aanpassen
- Een videoapparaat aansluiten
- De projector uitschakelen
- Problemen met de installatie oplossen
- De afstandsbediening gebruiken
- Audio gebruiken
- De projectortoetsen gebruiken
- Computerbeelden optimaliseren
- Presentatiefuncties
- Videobeelden optimaliseren
- De projector aanpassen
- De menu's gebruiken
- De projector beheren via een LAN-omgeving
- Beelden weergeven via EZ Display
- Projecteren vanaf smartphones/tablets
- EZ USB-display
- Beelden weergeven met een USB- opslagapparaat
- LiteBoard™ Wand
- Onderhoud
24
Videobeelden optimaliseren
Als het videoapparaat correct is aangesloten en het beeld op het scherm is, kunt u
het beeld optimaliseren met de schermmenu's. Zie pagina 25 voor algemene
informatie over het gebruik van de menu's.
• Stel Trapezium, Contrast, Helderheid, Kleur of Tint in (pagina 26).
• Wijzig de Aanzichtverhouding. Kies de optie die het beste past bij uw
ingangsbron (
pagina 26).
• Kies een Felheid-instelling (pagina 26).
• Pas de kleurtemperatuur aan. Kies een warmtewaarde uit de lijst (pagina 27).
• Zet Overscan aan om ruis aan de randen van het beeld te verwijderen
(
pagina 27).
De projector aanpassen
U kunt de projector aanpassen aan uw specifieke installatie en behoeften. Zie
pagina 28 voor details over deze functies.
• Om te projecteren op de achterzijde van een scherm, gebruikt u de optie
Achter projecteren in het menu Menu geavanceerd > Setup > Beeld
instellen....
• Als de projector aan het plafond is gemonteerd, gebruikt u de optie
Plafondmontage in het basismenu.
• Geef op welke bron eerst wordt gecontroleerd door de projector op actieve
video tijdens het opstarten.
• Geef de functie op van de Gebruiksleutel op de afstandsbediening.
• Schakel de schermmeldingen van de projector in of uit.
• Zet energiebesparende functies aan.
• Geef het uiterlijk van het lege scherm en het startscherm op.
• Geef de taal van de menu's op.
• Bewaar instellingen van de actieve bron als voorinstelling.










