Operation Manual

Vergrendeling
Uw toestel is met een vergendeling uit
-
gerust. Dit systeem voorkomt dat
iemand het toestel onverhoeds aanzet.
Het vermijdt eveneens dat iemand be
-
paalde instellingen wijzigt.
Wenst u van de vergrendeling gebruik
te maken, dan dient u deze instelling
eenmalig te wijzigen; zie rubriek "Pro
-
grammering".
Schakelt u de vergrendeling in terwijl
het toestel klaar is om te werken, dan
kan u het toestel nog wel in- en uitscha
-
kelen, maar niet meer in werking stel-
len.
Schakelt u de vergrendeling in tijdens
de werking, dan is het toestel enkel
nog in beperkte mate te bedienen:
De voorgestelde temperatuur kan u
enkel verlagen, niet verhogen.
De ingestelde tijd kan u enkel nog
verminderen.
U kan het toestel nog uit- en daarna
weer inschakelen, maar geen pro
-
gramma meer kiezen.
Zo schakelt u de vergrendeling in:
^
Druk zo vaak op de programmatoets
- tot er 3 strepen samen met het ver
-
grendelingssymbool a in het
programma-/temperatuurdisplay ver
-
schijnen.
^
Druk op de temperatuurtoets +.
Dat de vergrendeling ingeschakeld is,
ziet u aan de "0-§" in het programma-/
temperatuurdisplay indien u iets wil in-
stellen.
Zo schakelt u de vergrendeling uit:
^
Druk zo vaak op de programmatoets
- tot 0-§ en het symbool a in het
display verschijnen.
^
Druk op de temperatuurtoets -.
De vergrendeling is nu uitgeschakeld.
Beveiligingen
45