User manual
45
Nederlands
niet-gekwalificeerd persoon vervalt de garantie
en de verantwoordelijkheid voor hieruit resulte-
rende materiële of lichamelijke schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor
milieuvriendelijke verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
3 Ingebruikname
3.1 Montage
•
Plaats het apparaat zo, dat bij het gebruik vol-
doende ventilatie is gegarandeerd. De koel-
ribben van de behuizing mogen in geen geval
worden afgedekt.
•
De afstand tot het bestraalde voorwerp moet
ten minste 50 cm bedragen.
WAARSCHUWING Als het apparaat op een plek
wordt geïnstalleerd, waar per-
sonen onder kunnen komen
staan, moet het extra worden
beveiligd, bv. door een hijskabel. Steek de hijs-
kabel door het hijsoog aan de achterzijde en
bevestig hem zo dat het apparaat niet meer dan
20 cm kan vallen.
1. Bevestig de schijnwerper via de montagebeu-
gels, bv. met een stabiele montageschroef of
een spotlichthouder (C-haak) aan een traverse.
Voor het uitlijnen van de schijnwerper
draait u de twee bevestigingsschroeven van
de montagebeugels los. Stel de gewenste hel-
lingshoek van de schijnwerper in en draai de
schroeven weer vast.
2. De schijnwerper kan ook vrij worden opgesteld:
spreid de montagebeugels onder de schijnwer-
per zodanig dat ze als steunen dienen. Haal de
bevestigingsschroeven daarna aan.
3.2 Afschermplaat
Om een lichtstraal te versmallen kunt u de als
accessoire verkrijgbare afschermplaat PARC-100B
aan de voorzijde vastschroeven.
3.3 Voedingsspanning
Door de schijnwerper op het elektriciteitsnet aan
te sluiten, is hij ingeschakeld. Op het display ver-
schijnt het laatst geselecteerde menu-item dat na
30 seconden verdwijnt. Van zodra u op een toets
(MENU, ENTER, UP of DOWN) drukt, licht het
display weer gedurende 30 seconden op.
OPGELET
Kijk niet rechtstreeks in de lichtbron
gedurende lange tijd, omdat dit de
ogen kan beschadigen.
Weet dat stroboscoopeffecten en zeer snelle
lichtwisselingen bij fotosensibele mensen en
epileptici epileptische aanvallen kunnen veroor-
zaken!
3.3.1 ODC-100 / RGB
Plug de stekker (A) van de kabel POWER IN in
de koppeling (B) van het bijgeleverde netsnoer.
Schroef stekker en koppeling met de wartelmoer
vast.
POWER IN
230 V/50 Hz
A B
Afb. 3 Netaansluiting ODC-100/RGB
OPGELET! De kabel POWER OUT voert netspan-
ning. Als er geen ander apparaat op de kabels
POWER OUT en DMX OUT is aange sloten, moet
u in elk geval de bijgeleverde beschermkappen
op de koppelingen schroeven.
Plug de netstekker in een stopcontact (230 V/
50 Hz).
Voedingsspanning voor meerdere
ODC-100 / RGB-apparaten
Bij gebruik van meerdere ODC-100 / RGB-appa-
raten kunnen de apparaten voor de voedings-
spanning met elkaar worden verbonden. Sluit
het eerste apparaat in eerste instantie nog niet
aan op een stopcontact.
1) Verbind het eerste apparaat via de koppeling
van de kabel POWER OUT met de stekker (A)
van de kabel POWER IN van het tweede appa-
raat. Verbind het tweede apparaat op dezelfde
manier met het derde etc. tot alle apparaten
in een ketting zijn aangesloten.
Mochten de netverbindingskabels tussen de
apparaten te kort zijn, gebruik dan ge schikte
verlengsnoeren, bv.:
ODP-34AC lengte 2 m of
ODP-34AC / 10 lengte 10 m.
OPGELET! De totale stroom in de aansluit-
kabels mag 10 A niet overschrijden, anders kan
overbelasting een kabelbrand veroorzaken.
Verbind daarom maximaal slechts 19ODC-
100 / RGB-apparaten met elkaar.