Operation Manual

113
VOEDSEL HOEVEELHEID TIPS
VLEES
100 G - 2 KG Gehakt, koteletten, biefstuk of braadvlees.
GEVOGELTE
100
G - 3 KG Hele kip, in stukken of fi lets.
VIS
100
G - 2 KG Heel, moten of fi lets.
GROENTEN
100
G - 2 KG Gemengde groenten, doperwten, broccoli enz.
BROOD
100
G - 2 KG Heel brood, zoete broodjes en kadetjes.
V
OOR VOEDSEL DAT NIET IN DEZE TABEL wordt genoemd of dat minder of meer weegt dan het aanbevo-
len gewicht, moet u de procedure voor “Koken en opwarmen met de magnetron” aanhouden en
160 W kiezen voor het ontdooien.
VOOR DEZE FUNCTIE MOET het nettogewicht van het voedsel bekend zijn.
BEVROREN VOEDSEL:
A
LS HET GEWICHT MINDER OF MEER IS DAN HET
AANBEVOLEN GEWICHT: volg de procedure
voor “Koken en opwarmen met de
magnetron” en kies 160 W voor het
ontdooien.
BEVROREN VOEDSEL:
ALS HET VOEDSEL EEN HOGERE temperatu-
ur heeft dan diepvriestemperatuur (-
18°C), moet een lager voedselgewicht
worden gekozen.
A
LS HET VOEDSEL EEN LAGERE temperat-
uur heeft dan diepvriestemperatu-
ur (-18°C), moet een hoger voedselge-
wicht worden gekozen.
STRAAL ONTDOOIEN