Users Manual Part 4

CR Legend User Manual
19
4.2 Batterij-afstemming
Deze functie laat u toe om een het terugstellenverrichting op de controleeenheid
van voertuigbatterij uit te voeren, waarin de originele lage informatie van de
batterijfout zal worden gewist en de batterij aanpassing zal worden gedaan.
Het moet worden uitgevoerd in de volgende gevallen:
1.
De hoofdbatterij is vervangen.
2.
De batterijbewakingssensor is vervangen.
5 TPMS
Deze module biedt de mogelijkheid om de meeste OEM/Universele TPMS-sensoren
te activeren, sensor ID's te herprogrammeren, TPMS DTC's op te vragen/te
verwijderen en sensoren opnieuw in te stellen, waardoor technici snel defecte
TPMS kunnen achterhalen en MIL's kunnen uitschakelen.
Volgende stappen zijn vereist voor de TPMS-detectie.
1.
Voer TPMS in.
2.
Selecteer de fabrikant van het voertuig.
3.
Selecteer model en jaar van het voertuig.
4.
Selecteer de TPMS functie*.
5.
Volg de instructies op het scherm om verder te gaan.
Opmerking: Voor indirect TPMS-voertuig, wordt alleen de leerfunctie
ondersteund. Voor voertuig dat Direct TPMS gebruikt, omvat het over het algemeen:
Activering, Programmering, Leren en Diagnose. De beschikbare TPMS-functies
Kunnen afhankelijk van het soort voertuig variƫren.
5.1
TPMS-sensor Activeren
Met deze functie kunnen gebruikers de TPMS-sensor activeren om sensorgegevens
zoals sensor-ID, bandenspanning, bandfrequentie, bandentemperatuur en
batterijconditie na te kijken.
Opmerking: Het toestel voert de TPMS-test uit in een volgorde van LV (Links
Voor), RV (Rechts Voor), RA (Rechts Achter), LA (Links Achter) en RESERVE, als het
voertuig de optie voor de reserve heeft.