Operation Manual

10
VAN OS HOLDING B.V., Koperslagerij 9, 4651 SK, Steenbergen, The Netherlands
Tel. +31-(0)167-573020, Fax +31-(0)167-573381, E-mail: info@vanosmedical.nl, www.vanosmedical.com
5.7 Gashendel
U kunt met de gashendel accelereren (foto 13) en decelereren (foto 14).
Acceleratie: Hiermee voert u de snelheid van uw scooter op.
Deceleratie: Hiermee vermindert u de snelheid van uw scooter.
5.8 Parkeren
Wanneer u een parkeerplaats nadert dient u de volgende stappen te volgen:
Zet tijdig de richting aanwijzer aan en let op de voertuigen om u heen, nader dan rustig uw
parkeerplaats;
Draai de gashendel dicht en gebruik de remmen (de remlichten zullen oplichten om naderend
verkeer te waarschuwen).
Wanneer u tot stilstand bent gekomen dient u als volgt te handelen:
Zet de richtingaanwijzer uit en draai de contactsleutel naar de Off stand om de motor uit te zetten;
Stap van de scooter langs de linker kant nadat u de motor hebt uitgeschakeld. Kies een
parkeerplaats uit waar de scooter het verkeer niet hindert en het grondoppervlak effen is. Zet de
scooter op het centrale standaard;
Houdt het stuur met uw linkerhand vast en duw het voorste uiteinde van het zadel naar beneden of
pak de handgreep onder het zadel vast met uw rechterhand;
Duw op de midden standaard met uw rechter voet en zet deze stevig op de grond.
TIP!
Vermijdt dat uw scooter wordt gestolen door het
stuurslot op uw scooter te zetten.
6. Onderhoud
Zoals eerder aangegeven in deze handleiding is de eerste 1000 km de inrijdperiode. Deze inrijdperiode
dient u aan te houden om de prestaties van uw scooter te maximaliseren. Geef niet meteen vol gas maar
laat de scooter rustig op toeren komen.
Om de prestaties van uw scooter op het juiste niveau te houden, is het belangrijk om periodiek
onderhoud en controles door uw dealer te laten uitvoeren. Wij adviseren u om na de eerste 300 km die u
heeft gereden met uw scooter, uw scooter te laten controleren door uw dealer.
Foto 13
Foto 14