Operation Manual
2013 Onderhoudshandleiding 42
6. Diverse fouten
6.1. Geen verlichting
Stap 1: Controleer met onderstaande verlichtingstester (zie onder) of de voorlamp of de achterlamp
in orde is. De verlichtingstester kan direct op de lampen worden aangesloten.
2520-SY06-13V
Stap 2: Vervang de lamp als hij niet werkt. (Tip: Test eerst de accu met een nieuwe lamp. Als de
nieuwe lamp ook niet werkt, moet u misschien de 4 AA-batterijen vervangen.)
Sluit als de lampen met de accu aangesloten naar behoren werken de lampen weer op het systeem
aan om te kijken of het probleem is opgelost. Voer als dit niet het geval is de volgende stappen uit.
Stap 3: Schakel de fiets aan en zet de lampen
aan. De achtergrondverlichting van de LCD/LED
moet gaan branden.
Vervang als de achtergrondverlichting niet werkt
(zoals in de 1
e
afbeelding) de RideControl-
display.
Stap 4: Controleer de
spanning op de
lampstekers van de
driver. Deze moet
ongeveer 6 V zijn.
Controleer voordat u
gaat meten of de
multimeter in de DC-
functie staat.
Vervang de driver als
de correcte meting
(6V) niet met de test overeenkomt.
Stap 5: Meet als alles in orde is maar de lamp nog steeds niet werkt de stekker bij de koplamp of het
achterlicht. Deze moet 6V zijn.
Vervang als dit niet het geval is de gehele kabel. Voor alle vervangingen van kabels is via het Giant
servicecentrum een 'Tech Update' met instructies verkrijgbaar.