Operation Manual

2013 Onderhoudshandleiding 21
2.2. Motor sensor
Iedere motor heeft drie sensoren voor waarneming van het toerental. De positie van de sensoren
regelt de stroom die naar de spoelen van de motor wordt gestuurd om de motor regelmatig te laten
lopen.
Als de snelheidssensor niet goed werkt, kan de motortoerentalsensor ook een snelheidssignaal tot
ongeveer 12 km per uur genereren. Dit betekent dat ondanks het feit dat de snelheidssensor niet
werkt toch een snelheidsindicatie wordt gegeven. Boven ongeveer 12 km/u verschijnt 'OL' op het
scherm.
2.3. Snelheidssensor
Zie pagina 49.