Stap 1: Selecteer het ondersteuningsniveau (Sport, Normaal of Economy) en u bent klaar om te gaan rijden. Bekijk de rijgegevens via het 3,6” scherm en pas uw tempo aan. Giant heeft al zijn bedieningselementen zo ontworpen, dat u ze met uw handen stevig aan het stuur kunt bedienen. Dit geeft u veilige en intuïtieve beheersing over uw fiets. Stap 2: Het PedalPlus sensorsysteem registreert exact de kracht die u op de pedalen uitoefent en uw bewegingssnelheid.
Inhoudsopgave 1. RideControl ..................................................................... 5 1.1. Symbolen en knoppen ................................................................................................................ 5 1.2. RideControl resetten .................................................................................................................. 7 1.3. Zelftest functie......................................................................................................
6. Diverse fouten .............................................................. 42 6.1. Geen verlichting........................................................................................................................ 42 6.2. Verkeerd uitgelijnde kettingspanner ........................................................................................ 44 6.3. Display schakeld niet in ............................................................................................................ 49 6.
1. RideControl 1.1. Symbolen en knoppen LED/LCD ‘10-12 A B C D E F Aan/Uit/EnergyPak-keuzeschakelaar.
LCD 2013 A B C D E F G I J EnergyPak-keuzeschakelaar aan/uit Verlichting (B1: verlichtingsindicator) Mode K L Ondersteuningsniveau (D1: omhoog; D2: omlaag) Indicatie ondersteuningsniveau Snelheid Gemiddelde snelheid Odo (totale afstand) Rittijd N 2013 Onderhoudshandleiding M O P Q R 6 Tijd Indicator voor EnergyPak niveau (L1: Accu 1; L2: Accu 2) Indicator voor EnergyPak-keuze (links of rechts) Temperatuur (niet aanwezig vanaf2013 en later) RideControl contact Communicatie stekker van de RideContro
1.2. RideControl resetten LED/LCD ‘10-12 (30V-serie) Druk om de display te resetten op de Mode knop tot de waarde op nul staat. LED/LCD ‘10-12 (20V-serie) Druk de knoppen van het ondersteuningsniveau en de verlichting tegelijkertijd in. Houd de knoppen vast tot 00 in de display knippert. Om alleen de rittijd te resetten, drukt u de knop van het ondersteuningsniveau eenmaal in en de verlichtingsknop tweemaal.
1.3. Zelftest functie Met de zelftest functie kunnen verschillende belangrijke onderdelen van de fiets worden getest. Bijvoorbeeld de motor, de torsiesensor, de snelheidssensor, enz. Controleer of de fiets is uitgeschakeld. Anders kan de zelftest functie niet worden ingeschakeld. LED/LCD ’10-12 Druk om de zelftestfunctie in te schakelen de aan/uit-knop (A) en de verlichtingsknop (B) gelijktijdig vijf seconden in. Druk om de testfunctie af te sluiten op de aan/uit-knop (A).
1.4. Foutindicaties via de LEDs Een knipperend lampje op de RideControl geeft een fout aan. LED 1 knippert Oorzaak: Accu bijna leeg Stap 1: Controleer het resterende vermogen in de EnergyPak. Stap 2: Laad de accu op. LED 2 knippert Oorzaak: Fout in het torsiesensor signaal Stap 1: Ga naar de zelftest functie (pagina 8). Stap 2: Duw op het pedaal. LEDs 1, 2, 3, 4 en 5 moeten achtereenvolgens gaan branden. Stap 3: Controleer de aansluitingen tussen de torsiesensor en de aandrijving.
LED 3 knippert Oorzaak (A): Fout in het snelheidssensor signaal Stap 1: Ga naar de zelftest functie (pagina 8). Stap 2: Draai het achterwiel. Stap 3: LED 1 moet knipperen als de magneet de snelheidssensor passeert. Stap 4: Controleer de positie van de wielmagneet en pas deze indien nodig aan (zoals weergegeven op pagina 56). a) Schakel het systeem uit. b) Wacht een paar minuten om de aandrijving af te laten koelen. c) Schakel het systeem weer in. d) Vervang de driver als deze nog steeds niet werkt.
LED 5 knippert Oorzaak: Fout in het accu signaal Stap 1: Controleer de communicatiekabel van de accu. Voor Achter Stap 2: Vervang de accu stekker(driver zijde). Stap 3: Vervang als LED 5 nog steeds knippert de driver.
2. PedalPlus Bij de hedendaagse fietsen worden meerdere sensoren toegepast. Giant maakt gebruik van een technologie met drie sensoren voor de torsie (menselijk koppel), het toerental van de motor en snelheidssensoren. 2.1. Torsie sensor De PedalPlus of 'torsie sensor' genereert het signaal voor hulpkracht naar de motor. De hoeveelheid hulp is afhankelijk van de hoeveelheid signaal die de torsiesensor afgeeft.
(147L-HCTEST-01V) Gebruik voor deze meting de oranje multimeter (controleer voor het meten of deze op DC-spanning is ingesteld). Plaats de sondes van de meter tegen de contacten van de witte steker. De meetwaarde moet tussen 1V en 2V liggen. Als de meter een – voor de getallen aangeeft, is dit een polariteitswaarschuwing en moet u de rode en de zwarte sonde verwisselen. Als de waarde niet tussen de 1V en 2V ligt, vervang dan de gehele torsiesensor.
2.1.2. De torsiesensor achter vervangen Stap 1: Verwijder de kap van de PedalPlus-unit.
Stap 2: Verwijder de bouten van de drager aan beide zijden. Hierdoor worden de bouten van de PedalPlus bereikbaar. Stap 3: Maak de moer en ring van de achteras los.
Stap 4: Draai de bouten uit de beugel van de PedalPlus en verwijder ze. Stap 5: Trek de PedalPlus in zijn geheel naar buiten en koppel de kabel aan de driverzijde los.
Stap 6: Plaats de nieuwe PedalPlus. Zorg dat de kabel niet tussen de unit en het frame geklemd zit. Stap 7: Plaats de bouten weer terug, maar draai ze nog niet aan. OPMERKING: Zorg dat het geheel het frame niet raakt en dat de langste bout zich aan de rechterzijde bevindt.
Stap 8: Draai de bouten met een momentsleutel in de juiste volgorde aan. Eerst de middelste bout, vervolgens de rechterbout en ten slotte de linkerbout. 3 1 2 10Nm Stap 9: Monteer de asmoer en ring en draai ze met een momentsleutel aan.
Stap 10: Sluit de kabel aan de driverzijde aan. Monteer de kappen en de fiets is weer gereed voor gebruik. Wij adviseren u om na de laatste stap de spanning van de PedalPlus-sensor te controleren. De waarde moet nog steeds tussen 1V en 2V liggen. U kunt hiervoor de PedalPlus-spanningstester gebruiken.
2.1.3. De torsiesensor voor vervangen Voor oudere modellen (‘07-12) Stap 1: Verwijder de trapas met een standaard cranktrekker. Het PedalPlus kettingwiel blijft op de as. Stap 2: Verwijder de borgring met een 4-pins bus (rechtsom draaien). Stap 3: Verwijder het kettingwiel. De torsiesensor kan worden verwijderd door de drie schroeven te verwijderen en de stekker los te koppelen. Volg om de sensor weer in elkaar te zetten de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde.
2.2. Motor sensor Iedere motor heeft drie sensoren voor waarneming van het toerental. De positie van de sensoren regelt de stroom die naar de spoelen van de motor wordt gestuurd om de motor regelmatig te laten lopen. Als de snelheidssensor niet goed werkt, kan de motortoerentalsensor ook een snelheidssignaal tot ongeveer 12 km per uur genereren. Dit betekent dat ondanks het feit dat de snelheidssensor niet werkt toch een snelheidsindicatie wordt gegeven.
3. Driver De driver is de computer of de 'hersenen' van de fiets. Storingen in de driver kunnen alleen verholpen worden door de aandrijving in zijn geheel te vervangen. Defecte drivers dienen geretourneerd te worden naar Giant. 3.1. De driver vervangen Voor oudere modellen (‘07-10) Stap 1: Draai de drie schroeven los. Stap 2: Verwijder de kap. Stap 3: Draai de schroeven los om de driver vrij te maken.
Modellen met verticale accu, volgend op de ’10 modellen Stap 1: Draai de twee inbus bouten los. Stap 2: Trek de kap omhoog en trek hem naar voren los. Draai de schroeven los om de driver vrij te maken. Herhaal om de driver weer terug in het compartiment te plaatsen de bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde. 2013 modellen met horizontale accu Stap 1: Draai de twee inbus bouten los. Stap 2: Trek de kap naar achteren.
Stap 3: Draai de schroeven van de driver los. Herhaal om de driver weer terug in het compartiment te plaatsen de bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde. Stap 1: Draai de drie inbus bouten los. Stap 2: Verwijder de kap. Stap 3: Verwijder de schroef waarmee de driver is bevestigd. Trek de driver uit de buis. Herhaal om de driver weer terug in het compartiment te plaatsen de bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde.
De kabels van de driver losmaken Stap 1: Koppel de accukabels los. De stekker op de accu is voorzien van een borghaak. Duw deze 1-2 mm los met een schroevendraaier. Stap 2: Koppel de andere kabels los. De stekkers zijn voorzien van een borghaak. Duw deze 1-2 mm los met de vingers. Opmerking: Beschadig de steker en de kabel niet. Verwijder de stekers altijd met uw vingers of een tang met een lange bek. Trek nooit direct aan de kabel. Stap 3: Zorg dat alle stekkers weer worden aangesloten.
3.2.
3.3.
4.
4.1.
Accu Oplader Sanyo NC-SSC05GNT 36V Giant DPS-83CBA Accuzekeringen en ingebouwde beveiliging 5 A laadzekering 40 A ontlaadzekering 30 A ontlaadzekering 10 Ah accu’s 8 Ah accu’s 2013 Onderhoudshandleiding 30 Interne BMS-software
4.2. Testfunctie van de accu De 36 V-accu's hebben een interne testfunctie. Als u de drukknop op de accu eenmaal indrukt, verschijnt het resterende vermogen van de accu.
4.3 Capaciteitstester De capaciteitsstester dient voor het meten van de ontlaadtijd van de accu. Deze meting is alleen betrouwbaar als de accu bij aanvang 100% is geladen en de accu ontlaadt tot het lampje gaat branden. 4.3.1. Handleiding voor de vermogenstester Stap 1: Controleer of de schakelaar op de tester in de juiste stand staat (is afhankelijk van het type accu). Stap 2: Sluit een maximaal geladen accu op de stekker van de tester aan (controleer of de + en – correct zijn aangesloten).
4.3.2.
5. SyncDrive 5.1. SyncDrive F motor vervangen Deze motor kan alleen door de fabrikant of een door hem erkend servicecentrum worden onderhouden. Neem contact op met Giant om te bepalen of de motor moet worden teruggestuurd voor een servicebeurt of volledig moet worden vervangen. Stap 1: Draai de drie schroeven van de kap los. Koppel de motorkabel (en remdraden) los. Stap 2: Draai de moeren los. Stap 3: Neem het wiel en de motor uit.
5.2. SyncDrive R motor vervangen Deze motor kan alleen door de fabrikant worden onderhouden. De dealer kan storingen in de motor alleen verhelpen door de gehele motor te vervangen. Stuur niet werkende motoren terug naar Giant. Stap 1: Draai de wiel moeren los.
Stap 2: Koppel de stekker los en verwijder het achterwiel. Stap 3: Houd bij het weer in de fiets zetten van het achterwiel de draad uitgang omlaag gericht en vergeet niet de antirotatie ring te plaatsen. Antirotatie ring Roam en Aspiro 0 Gebruik een momentsleutel voor de moeren en draai ze met 40 Nm aan.
5.3. Een Yamaha-motor vervangen Deze motor kan alleen door de fabrikant of een door hem erkend servicecentrum worden onderhouden. De dealer kan storingen in de motor verhelpen door de gehele motor te vervangen. Stuur niet werkende motoren terug naar de Giant. Stap 1: Demonteer de crank bouten. Stap 2: Demonteer de crank armen.
Stap 3: Demonteer de ketting. Stap 4: Demonteer het kettingwiel. Stap 5: Verwijder de motor bouten. Bij de huidige modellen is het speciale handgereedschap niet langer nodig. Stap 6: Verwissel de motor en draai de motor bouten met een momentsleutel met 40 Nm aan.
5.4. Een Bosch-motor vervangen Deze motor kan alleen door de fabrikant (Bosch) of een door hem erkend servicecentrum worden onderhouden. De dealer kan storingen in de motor verhelpen door de gehele motor te vervangen. Stuur niet werkende motors naar een door Bosch erkend servicecentrum terug. Het kettingwiel verwijderen Stap 1: Verwijder de crank armen (inbussleutel maat 8 & ISIS cranktrekker). Stap 2: Blokkeer het achterwiel. Stap 3: Draai de borgring (2) met de spider tool (1).
De steenbeschermer verwijderen Stap 1: Verwijder de drie schroeven (1) (Torx T20). (Let op dat u de schroeven niet per ongeluk van het motorhuis verwijdert.) Stap 2: Trek de beschermer (2) naar voren. De kabels van de aandrijfunit loskoppelen Stap 1: Ontkoppel alle kabels (de connector van de accu is voorzien van een borghaak (1)). Licht deze met een schroevendraaier 1-2 mm op. Beschadiging kan ontstaan als de borghaak niet voor het demonteren is losgemaakt. Beschadig de steker en de kabel niet.
Stap 2: Trek de aandrijving in de bewegingsrichting naar rechts van het frame. Stap 3: Gooi de drie expansiestukken (2) weg. (De expansiestukken kunnen niet meer worden gebruikt, nieuwe expansiestukken worden bij iedere nieuwe motor geleverd). Stap 4: Bewaar alle overige onderdelen! De aandrijfunit installeren Stap 1: Smeer lichtjes de raakpunten op het fietsframe. (Houd de schroefdraden van de stompe bouten (4), niet zichtbaar op de tekening, vetvrij).
6. Diverse fouten 6.1. Geen verlichting Stap 1: Controleer met onderstaande verlichtingstester (zie onder) of de voorlamp of de achterlamp in orde is. De verlichtingstester kan direct op de lampen worden aangesloten. 2520-SY06-13V Stap 2: Vervang de lamp als hij niet werkt. (Tip: Test eerst de accu met een nieuwe lamp. Als de nieuwe lamp ook niet werkt, moet u misschien de 4 AA-batterijen vervangen.
2013 Onderhoudshandleiding 43
6.2. Verkeerd uitgelijnde kettingspanner Het is belangrijk dat de kettingspanner soepel loopt. Dit heeft veel invloed op de PedalPlus-sensor en uiteindelijk ook op het bereik en de prestaties van de fiets. Stap 1: Verwijder de kettingkast. Stap 2: Controleer de positie van de kettingspanner. De ketting moet soepel lopen. Voer als dit niet het geval de volgende stappen uit.
Stap 3: De kettingspanner kan zijwaarts worden geschoven, zodat hij op één lijn met de ketting komt te staan. Hiervoor moeten de inbusbouten worden losgedraaid. Dan kunt u de horizontale as van de kettingspanner afstellen.
Voorafgaande aan het afstellen Na het afstellen 2013 Onderhoudshandleiding 46
Stap 4: Als het wiel van de kettingspanner niet op één lijn met de ketting staat, is afstelling noodzakelijk. De eenvoudigste manier om dit te controleren is door een liniaal tegen het getande kettingwiel te houden, zoals in de onderstaande afbeelding. De gemakkelijkste manier om het getande kettingwiel iets te buigen is met behulp van een tang. Controleer na het afstellen of de ketting in het midden van het wiel en niet tegen de zijkanten aan loopt.
Monteer als dit het geval is de kettingkast weer op de fiets. 6.3. • • • • • Display schakelt niet in Stap 1: Controleer de aansluitingen tussen de aandrijving en de RideControl. Stap 2: Controleer de aansluiting tussen de RideControl-beugel en de knoppen. Stap 3: Controleer de contactpunten op de beugel. Stap 4: Vervang als de aansluitingen en de beugel in orde zijn de RideControldisplay. Stap 5: Vervang als de RideControldisplay niet inschakelt de aandrijving.
6.4. Geen snelheidsindicatie Stap 1: Voor een goede werking moet het midden van de magneet met één van de twee uiteinden van de snelheidssensor (S-Marks) worden uitgelijnd en in de richting van de sensor wijzen. Stap 2: Zet e multimeter in e Ω-stand. Meet bij de steker van de snelheidssensor. Draai het wiel. De indicatie op de multimeter moet iedere keer als de magneet de sensor passeert van OL naar een waarde springen. Stap 3: Zet de multimeter in de DC-stand. Schakel de fiets in.
7.
2013 Onderhoudshandleiding 51
2013 Onderhoudshandleiding 52
8. Extra Voordat u contact opneemt met het Giant servicecentrum: 1: Vraag de klant om een duidelijke uitleg van de klacht en probeer deze te controleren. 2: Zorg dat de juiste stappen voor het vinden van het probleem correct worden uitgevoerd.
Notities …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………