Operation Manual

Nederlands - 74
PROBLEMEN OPLOSSEN
Geenlussignaal De transformator is niet aangesloten. Controleer de aansluiting op het stopcontact en
controleer tevens of er een aardlekschakelaar
is geactiveerd.
De laagspanningskabel is beschadigd
of niet aangesloten.
Controleer of de laagspanningskabel niet is
beschadigd. Controleer tevens of hij correct
is aangesloten op het laadstation en de
transformator.
De begrenzingsdraad is niet
aangesloten op het laadstation
Controleer of de aansluitklemmen van de
begrenzingsdraad correct zijn aangesloten op
het laadstation. Zie3.5Debegrenzingsdraad
aansluitenoppagina27.
Begrenzingsdraad gebroken. Lokaliseer de plaats van de breuk. Zie9.5
Breukenindelusdraadopsporenop
pagina79. Vervang het beschadigde deel
van de lus met een nieuwe lusdraad en maak
een las met behulp van een originele koppeling.
De ECO-modus is geactiveerd en
de robotmaaier heeft geprobeerd
om buiten het laadstation te starten.
Plaats de robotmaaier in het laadstation, druk
op de START-knop en sluit de klep. Zie6.9
Instellingenoppagina59.
De begrenzingsdraad is in de
verkeerde richting om een eiland heen
gelegd.
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd
volgens de instructies. Zie3Installatieop
pagina15.
De verbinding tussen de robotmaaier
en het laadstation is verbroken.
Plaats de robotmaaier in het laadstation
en genereer een nieuw lussignaal. Zie6.4
Veiligheidoppagina45.
Storingen door metalen voorwerpen
(hekwerk, wapeningsstaal) of
ondergrondse kabels in de nabijheid.
Probeer de begrenzingsdraad te verleggen.
Vastgereden De robotmaaier is ergens in
vastgelopen.
Maak de robotmaaier los en neem de oorzaak
voor het vastlopen weg.
De robotmaaier is blijven steken
achter een aantal obstakels.
Ga na of er obstakels zijn die het voor de
robotmaaier moeilijk maken om weg te rijden
van deze plek.
Buitenmaaigebied De aansluitingen van de
begrenzingsdraad op het laadstation
zijn gekruist.
Controleer of de begrenzingsdraad correct is
aangesloten.
De begrenzingsdraad ligt te dicht bij
de rand van het werkgebied.
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd
volgens de instructies. Zie3Installatieop
pagina15.
Het werkgebied is te steil voor de
begrenzingslus.
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd
volgens de instructies. Zie3Installatieop
pagina15.
De begrenzingsdraad is in de
verkeerde richting om een eiland heen
gelegd.
Controleer of de begrenzingsdraad is gelegd
volgens de instructies. Zie3Installatieop
pagina15.
Storingen door metalen voorwerpen
(hekwerk, wapeningsstaal) of
ondergrondse kabels in de nabijheid.
Probeer de begrenzingsdraad te verleggen.
De robotmaaier kan moeilijk
onderscheid maken tussen het eigen
signaal en dat van een installatie in de
buurt.
Plaats de robotmaaier in het laadstation
en genereer een nieuw lussignaal. Zie6.4
Veiligheidoppagina45.
310,315,NL.indd 74 2015-04-14 16.28