Operation Manual
Nederlands - 47
6. MENUFUNCTIES
Breedste
In een brede corridor varieert de afstand tussen de
robotmaaier en de begeleidingsdraad tijdens het
maaien.
Voor een open tuin zonder nauwe doorgangen kan
het best een brede corridor worden gebruikt, om het
risico van spoorvorming tot een minimum te
beperken.
Middel
In een middelbrede passage rijdt de robotmaaier
zowel dichtbij als veraf van de begeleidingsdraad,
maar niet zo ver als wanneer een brede passage is
geselecteerd.
De corridorinstelling Middel moet worden gekozen
voor een tuin met obstakels nabij de
begeleidingsdraad en/of doorgangen die een brede
corridor onmogelijk maken.
Smalste
Bij een smalle corridor rijdt de robotmaaier
voortdurend recht boven de begeleidingsdraad.
Gebruik van de corridorinstelling Smalste wordt
gewoonlijk afgeraden, maar in een tuin met een of
meer smalle doorgangen kan een smalle corridor de
enige keuzemogelijkheid zijn. De corridorinstelling
Smalste verhoogt het risico van spoorvorming langs
de begeleidingsdraad.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De afstand die de maaier houdt tot de
begeleidingsdraad wisselt, afhankelijk van de
indeling van het werkgebied. Met de functie
Test IN kunt u nagaan of de wijde
corridorinstelling in de betreffende tuin kan
worden gebruikt.
3012-993
3012-994