Operation Manual
38 - Nederlands
4. GEBRUIK
Als de timerinstelling wordt opgedeeld in twee
werkperiodes, kan de rustperiode worden opgedeeld
in een aantal periodes. De totale rustperiode moet
echter minimaal 6 uur zijn (8 uur voor de
Automower
®
305).
Voorbeeld 2
De tijden in dit voorbeeld gelden voor de
Automower
®
305, maar voor de Automower
®
308
geldt hetzelfde principe.
Werkuren 1: 08:00 - 16:00
Werkuren 2: 20:00 - 23:00
Werkdagen: alle dagen
De robotmaaier werkt op de tijden die in de
werkuren zijn gespecificeerd, aangezien de
totale rijtijd hierbij 11 uur bedraagt en het
maximum van 16 uur dus niet wordt
overschreden.
De tijden hangen onder meer af van de kwaliteit van
het gras, de scherpte van de bladen en de leeftijd van
de accu.
4.3 Starten
1. Zet de hoofdschakelaar in stand 1.
2. Druk op de STOP-knop om de klep van het
bedieningspaneel te openen.
3. Voer de PIN-code in.
Het PIN-codeverzoek kan worden uitgeschakeld.
Zie voor meer informatie over de
antidiefstalbeveiliging 6.5 Veiligheid.
4. Druk op de startknop.
5. Sluit binnen 10 seconden het deksel.
Als de robotmaaier in het laadstation is geparkeerd,
verlaat hij het laadstation alleen wanneer de accu
volledig is geladen en wanneer de timer zodanig is
ingesteld dat de maaier kan werken.
Voordat de maaischijf start, klinken er 5 piepjes
gedurende 2 seconden.
Automower
®
305
Automower
®
308
Max. rijtijd 16 uur 18 uur
Min. rusttijd 8 uur 6 uur
Gebied/uur/dag 30 m∑ 45 m∑
A
+ C = Max 16 h
B + D = Min 8 h
305
A
+ C = Max 18 h
B + D = Min 6 h
308
In bedrijf
Laden/Stand-by
In bedrijf
Laden/Stand-by
3012-1082
3012-990