Operation Manual
Nederlands - 71
8. ONDERHOUD
4. Maak de maaischijf en onderkant schoon met
bijv. een afwasborstel.
Controleer ook of de maaischijf vrij draait ten
opzichte van de motorhouder, daar direct boven.
Controleer ook of de draaischotel vrij draait ten
opzichte van de maaischijf.
Wanneer lange grassprieten of andere
voorwerpen naar binnen komen, kan dat de
maaischijf en/of draaischotel afremmen. Ook
een beetje remmen leidt tot meer
energieverbruik, kortere maaitijden en tenslotte
zelfs tot het feit dat de maaier een groot gazon
niet meer aankan. Als grondiger schoonmaken
nodig is, moeten de draaischotel en eventueel
de maaischijf worden verwijderd. Neem, indien
nodig, contact op met uw dealer.
Chassis
Maak de onderkant van het chassis schoon.
Borstelen of wrijven met een vochtige doekl.
Wielen
Maak schoon onder de voorwielen en achterwielen
en rond de ophanging van de voorwielen.
Carrosserie
Gebruik een vochtige zachte spons of doek om
de carrosserie schoon te maken. Wanneer de
carrosserie sterk vervuild is, kan zelfs een
zeepoplossing of afwasmiddel nodig zijn.
Let er goed op dat de twee ultrasone sensoren altijd
vrij van stof en vuil zijn. Wanneer de sensoren zijn
bedekt met vuil (en dus niet werken), werkt de
maaier op een veel lagere snelheid dan normaal,
om harde botsingen te voorkomen. Door de lagere
snelheid heeft de maaier mogelijk niet voldoende
tijd om het beoogde gebied te maaien.
1157068-36,265ACX_NL.book Page 71 Monday, November 24, 2014 3:27 PM