Operation Manual
Nederlands - 31
3. INSTALLATIE
7. Zet de kap weer op het laadstation terug. Zorg
ervoor dat de drie blokjes op het laadstation
goed in de gaten van de kap terechtkomen.
3.6 Controle van de installatie
Controleer het lussignaal door te kijken wat de
groene led op het laadstation aangeeft.
• Vast schijnsel = het signaal is goed.
• Een keer knipperen om de seconde = breuk in
de draad, geen signaal aanwezig.
• Twee keer knipperen om de seconde = zwak
signaal. Dit kan komen omdat de begrenzingslus
langer dan 500 m is of omdat de kabel
beschadigd is. Als de maaier fungeert, is dit
geen probleem. In geval van een verstoring van
de werking wordt het gebruik van een
signaalversterker (522 42 58-01) aanbevolen.
Deze is verkrijgbaar als accessoire. Hiermee
wordt het mogelijk om een begrenzingskabel tot
800 meter te gebruiken.
3.7 Aansluiten van Automower
®
op
het laadstation
1. Open de klep voor het controlepaneel door op de
STOP-knop te drukken.
2. Plaats Automower
®
in het laadstation.
3. Zet de hoofdschakelaar in stand ON.
Wanneer Automower
®
voor de eerste keer wordt
gestart, begint een opstartreeks. Er wordt naar
het volgende gevraagd: Taal, tijdsformaat, juiste
tijd, datumformaat, datum en viercijferige
PIN-code. Alle combinaties behalve 0000 zijn
toegestaan.
Wanneer u een PIN-code heeft gekozen als
Automower
®
in het laadstation staat, zijn maaier en
laadstation met elkaar verbonden.
ON
OFF