Operation Manual

52 - Nederlands
6. MENUFUNCTIES
U kunt maximaal vijf afgelegen gebieden
activeren: Gebied 1, Gebied 2, Gebied 3, Gebied
4 en Gebied 5 (slechts drie gebieden voor 220
AC). Voor het activeren van een gebied moeten
drie waarden worden aangegeven:
Richting
Geef rechts, links, guide 1 of guide 2 aan,
afhankelijk van waar het gebied ligt ten
opzichte van het laadstation. De richting
berekent u vanaf het laadstation gezien in de
inrijrichting van de maaier.
Richting volgens begeleiding kan worden
aangegeven als er een begeleidingskabel is
geïnstalleerd.De maaier zal dan de gekozen
begeleidingskabel in plaats van de
begrenzingslus volgen, (alleen
begeleidingskabel 1 is beschikbaar voor 220
AC).
Afstand
Geef vanaf het laadstation het aantal meters
aan langs de begrenzingslus of
begeleidingskabel naar de plaats in het
afgelegen gebied waar de maaier moet gaan
maaien.
Tip! Gebruik de functie Test volg draad UIT
(3-2-5) (zie bladzijde 55) om te ontdekken hoe
lang de afstand naar het afgelegen gebied is. De
afstand, aangegeven in meters, verschijnt in het
display van de maaier.
Aandeel
Geef met een waarde aan hoe vaak van alle
gevallen dat Automower
®
het laadstation verlaat,
hij de draad moet volgen naar het afgelegen
gebied.
Zo betekent bijvoorbeeld de waarde 20 % dat
Automower
®
in 20 % van alle gevallen dat hij het
laadstation verlaat, hij in de richting van het
afgelegen gebied gaat. In de resterende 80 %
van de gevallen verlaat de maaier het
laadstation volgens de instelling die is gemaakt
in de functie Uitrijhoek (3-1).
Wanneer de waarde 20 % is voor Gebied 1 en
10 % voor Gebied 2, wordt de resterende 70 %
verdeeld voor de keuze onder Uitrijhoek (3-1).
Volgt uitg. draad
Volg draad in
Max. afst. tot draad
Test volg draad IN
Test volg draad UIT
3-2-1
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Gebied 4
Gebied 5
Richting
Afstand
Aandeel
Gebied 1
Gebied 2
Gebied 3
Gebied 4
Gebied 5
Rechts
Links
Begel. 1
Begel. 2
Richting
Afstand
Aandeel
1157066-36,BvAM220-230_2013_NL.book Page 52 Thursday, December 4, 2014 11:07 AM