Quick Start Guide

1. HET LAADSTATION PLAATSEN EN AANSLUITEN
Zie hoofdstukken 3.2 en 3.3 in de gebruikershandleiding
1. Plaats het laadstation centraal in het werkgebied, met veel open ruimte vóór het laadstation en op een relatief vlakke
ondergrond.
2. Sluit de laagspanningskabel van de voeding aan op het laadstation en de voeding.
3. Sluitdevoedingaanopeenstopcontactvan100-240V.
4. Plaatsderobotmaaierinhetlaadstationomdeaccuopteladenterwijldebegrenzingsdraadwordtgelegd.Zetde
hoofdschakelaar in stand 1.
2. DE BEGRENZINGSDRAAD EN BEGELEIDINGSDRAAD PLAATSEN
Zie hoofdstuk 3.4 in de gebruikershandleiding
1. Leg de begrenzingsdraad zodanig dat deze een lus rond het werkgebied vormt.
2. Maakeenoogjeophetpuntwaardebegeleidingsdraadlaterzalwordenaangesloten.
3. Leid de begeleidingsdraad naar het punt op de begrenzingsdraad waar de aansluiting wordt gemaakt. Leg de draad niet
in krappe bochten.
3. DE BEGRENZINGSDRAAD EN BEGELEIDINGSDRAAD AANSLUITEN
Zie hoofdstuk 3.5 in de gebruikershandleiding
1. Leid de begeleidingsdraad door de sleuf op de onderkant van het laadstation.
2. Open de stekkers en leg de draaduiteinden in de uitsparingen op elke stekker.
3. Druk de stekkers samen met een tang.
4. Knip overtollige begrenzingsdraad weg. Knip 1 tot 2 cm boven de stekkers af.
5. Drukdeverbindersopdecontactpennen,metdemarkeringenAL(links)enAR(rechts),ophetlaadstation.Hetis
belangrijkdatderechterdraadisaangeslotenopdecontactpenrechtsendatdelinkerdraadisaangeslotenopdepen
links.
6. BevestigdestekkeropdecontactpendiemetGuideisgemarkeerdophetlaadstation.
4. DE BEGELEIDINGSDRAAD OP DE BEGRENZINGSDRAAD AANSLUITEN
Zie hoofdstuk 3.6 in de gebruikershandleiding
1. Knipdebegrenzingsdraadafmeteendraadtanginhetmiddenvanhetoogjedatbijstap2.2isgemaakt.
2. Sluit de begeleidingsdraad aan op de begrenzingsdraad met behulp van de meegeleverde koppelingen. Druk de
koppelingen helemaal naar elkaar toe met een waterpomptang .
5. STARTEN EN STOPPEN
Zie hoofdstukken 4.3 en 4.4 in de gebruikershandleiding
STARTEN
1. Open de kap door op de STOP-knoptedrukken.
2. Zet de hoofdschakelaar in stand 1.Alsuditvoorheteerstdoet,wordtereenstartprocedureuitgevoerdwaarbijuonder
meereenviercijferigepincodemoetselecteren.
3. Druk op de START-knopensluitdeklep.
STOPPEN
Druk op de STOP-knop.
6. DE ROBOTMAAIER AANPASSEN AAN DE GROOTTE VAN UW GAZON
Zie hoofdstuk 6.3 in de gebruikershandleiding
Hetmaairesultaatisafhankelijkvandemaaitijd.Pasdemaaitijdvanuwtuinaanmetdetimerfunctie. U bepaalt op welke
tijdstippenvandedagderobotmaaiermoetwerken.Derobotmaaiermaaitongeveer43m²peruurendag.Bijvoorbeeld:als
uwtuin300m²grasomvat,moetderobotmaaiergemiddeld7uurperdagwerken.
7. ONDERHOUD
Zie hoofdstuk 8 in de gebruikershandleiding
1. Dehoofdschakelaarmoetinstand0staantijdensallewerkzaamhedenaanhetchassisvanderobotmaaier,bijvoorbeeld
bijhetreinigenofvervangenvandebladen.Vervangdemessenregelmatigvoorhetbestemaairesultaat.
2. Gebruik nooit een hogedrukreiniger en zelfs geen stromend water om de robotmaaier schoon te maken. Gebruik nooit
oplosmiddelen voor reinigen.oplosmiddelen voor reinigen.
3. Alleaansluitingenophetlaadstation(voeding,begrenzings-enbegeleidingsdraad)moetenwordenlosgekoppeldalser
kans op onweer is.
4. Laaddebatterijvolledigaanheteindevanhetseizoen,voordewinteropslag.
NL
QG,1157869-,105,2016_151118.indd 6 2015-11-18 18:44:47