Operation Manual
65
VERHELPEN VAN STORINGEN
Controleer de volgende punten, voordat u uw dealer belt. Blijft het probleem toch bestaan, neem
dat contact op met het verkooppunt of de dichtstbijzijnde dealer.
Probleem Oorzaak Verhelpen
Boven-
draad
breekt
1.Machine niet correct ingeregen. 1.Machine opnieuw inrijgen.
2.Draadspanning is te hoog. 2.Verminder de draadspanning (lager nummer).
3.De draad is te dik voor de naald. 3.Kies een grotere naald.
4.De naald is niet correct geplaatst.
4. Verwijder de naald en bevestig hem opnieuw (platte
zijde naar achteren).
5.De draad is rond de garenpen gewikkeld. 5.Verwijder de spoel en wind het garen op het spoeltje.
6.De naald is beschadigd. 6.Vervang de naald.
Onder-
draad
breekt
1.Het spoelhuis is niet correct geplaatst.
1. Verwijder het spoelhuis en plaats het opnieuw
en trek aan de draad. Deze moet gemakkelijk
aangetrokken kunnen worden.
2.De onderdraad is niet correct ingeregen. 2.Controleer het spoeltje en spoelhuis.
3.Onderdraadspanning is te hoog. 3.Corrigeer de onderdraadspanning.
De machine
slaat steken
over
1.De naald is niet correct geplaatst.
1. Verwijder de naald en bevestig hem opnieuw (platte
zijde naar achteren).
2.De naald is beschadigd. 2.Plaats een nieuwe naald.
3.Er werd een verkeerde naald gebruikt. 3.Kies een naald die bij het garen en de stof past.
4.Het voetje is niet correct geplaatst. 4.Controleer en bevestig correct.
5.Machine niet correct ingeregen. 5.Machine opnieuw inrijgen.
6.De druk van het naaivoetje is onjuist. 6.Verhoog de druk van het naaivoetje.
De naald
breekt
1.De naald is beschadigd. 1.Plaats een nieuwe naald.
2.De naald is niet correct geplaatst. 2.Bevestig de naald correct (platte zijde naar achteren).
3.Formaat naald past niet bij de stof. 3.Kies een naald die bij het garen en de stof past.
4.Het verkeerde voetje is geplaatst. 4.Kies het juiste voetje.
5.De naaldklemschroef zit los.
5. Gebruik de schroevendraaier om de schroef stevig
vast te draaien.
6. Het door u gebruikte naaivoetje past niet bij de
betreffende steek die u wilt naaien.
6. Bevestig het naaivoetje dat past bij de betreffende
steek dik u wilt naaien.
7.Bovendraadspanning is te hoog. 7.Corrigeer de bovendraadspanning.
Losse
steken
1.Machine niet correct ingeregen. 1.Controleer de ingeregen draden.
2.Het spoelhuis is niet correct ingeregen. 2.Rijg het spoelhuis in zoals afgebeeld.
3.Naald/stof/garencombinatie is onjuist.
3. Het formaat naald moet bij de stof en het garen
passen.
4.Draadspanning is onjuist. 4.Corrigeer de draadspanning.
Naden
trekken
samen
of gaan
trekken
1.De naald is te dik voor de stof. 1.Kies een dunnere naald.
2.Steeklengte niet correct ingesteld. 2.Kies een kortere steeklengte.
3.Draadspanning is te hoog. 3.Corrigeer de draadspanning.